Zichtbare problemen spruiten meestal voort uit een onzichtbare vijand – in de buik, bijvoorbeeld. Wanneer de maag en darmen van uw varkens niet in orde zijn, is dat soms te wijten aan bepaalde bacteriën en aandoeningen, die natuurlijk ook zorgen voor een lager rendement. Is er daarbovenop een negatieve voederconversie en beperkte groei of plotselinge uitval, dan hebt u misschien te maken met een PIA-besmetting, die veroorzaakt wordt door de bacterie Lawsonia intracellularis. Een van de controlemaatregelen die u tegen deze ziekte kunt nemen, is het voer, de voederhygiëne en de voedplaats analyseren en indien nodig aanpassen.
Varkens met PIA groeien niet alleen trager, maar moeten ook meer gevoerd worden. De gevolgen van de minder goed functionerende darm zijn dat ze vetoplosbare vitaminen minder goed verteren, aminozuren slechter absorberen en in beperktere mate enzymen produceren. Blijft de ziekte onbehandeld, dan kan het groeiverschil tot 1,3 kilo per dag lager liggen tijdens de ziekteperiode in vergelijking met gezonde dieren. Dit verschil is zo groot omdat geïnfecteerd, onbehandelde dieren, zelfs een gewichtsafname lieten zien in deze periode. In geval van acute PIA brengt de aandoening plotselinge uitval met zich mee. Schade door PIA kan tot 5 euro per vleesvarken kan kosten. Kortom, een ware financiële aderlating.
Om proactief de ziekte te bekampen, nemen we in dit artikel het voer onder de loep.
PIA en de voederhygiëne
Onderzoek wijst uit dat mycotoxines en entero’s in grondstoffen, waaronder graan en graanproducten, een negatieve invloed hebben op de darmgezondheid. Om dat risico te verkleinen, is het dan ook beter te opteren voor aangekocht gepelleteerd mengvoer. Varkenshouders die de voeding van hun varkens willen aanpassen, moeten dat wel geleidelijk doen, want ook plotselinge veranderingen kunnen een schadelijk effect hebben.
Daarnaast blijft het belangrijk de bioveiligheidsnormen na te leven, te werken volgens de all-in-all-out-methode, en de hokken te reinigen, te ontsmetten en te laten drogen bij overdracht.
In de zomer moet ten slotte het eetgedrag van de varkens nauwgezet opgevolgd worden. Bij warm weer en hittegolven eten de dieren immers spontaan minder. Als het dan opnieuw wat frisser wordt, kunnen ze opeens gaan vreten, wat hun darmgezondheid in gedrang kan brengen.
PIA en de voedplaats
Voldoende vreetplekken zijn een van de sleutels tot niet alleen dierenwelzijn, maar ook darmgezondheid en dus de groeiprestaties van uw varkens.
Een kanttekening: zijn er te veel vreetplekken, dan stijgt de kans op problemen met de voerhygiëne. Het juiste evenwicht vinden, is dus primordiaal, waarbij we willen meegeven dat de optimale vreetbreedte schouderbreedte +10% is.
PIA en voedselsamenstelling
Is de PIA-kiem aanwezig, dan lopen snelvretende varken meer risico, zeker als er bijvoorbeeld te veel maïs in het voer zit. Voedingsmiddelen als vezels en gerst vertragen de passage, en zijn dus een betere optie, ook wat betreft dunne-darmvertering.
Opnieuw is het cruciaal een goede balans te vinden, want te veel structuur is nadelig voor de efficiëntie. Treedt PIA al op bij de biggen, dan kan het een goed idee zijn om ook zuren aan het voer toe te voegen.
Kortom, voeraanpassingen, geleidelijk geïntroduceerd en binnen een context van nauwgezet stalbeheer, spelen een rol in het verbeteren van de darmgezondheid van uw varkens en zijn een goed ruggensteuntje om PIA te helpen controleren.