In België evolueert de situatie bij de wilde everzwijnen wat betreft Afrikaanse varkenspest positief. Sinds maart werden er geen nieuwe positieve zwijnen meer teruggevonden. In Oost-Europa blijft het virus wel aanwezig, zowel in wilde everzwijnen als in gehouden varkens. De situatie verslechtert er zelfs momenteel waardoor ook bij ons waakzaamheid en een goede bioveiligheid essentieel blijven. Net daarom verstrengde de overheid onlangs de bioveiligheidsmaatregelen en werden er extra maatregelen toegevoegd aan een bestaand koninklijk besluit, zowel voor professionele bedrijven als voor houders van 3 of minder varkens.
Het koninklijk besluit (KB) van 18 juni 2014 rond maatregelen ter voorkoming van aangifteplichtige varkensziekten werd gewijzigd door er verstrengde bioveiligheidsmaatregelen in op te nemen, en is op 19 juni 2020 van kracht geworden.
Het wijzigingsbesluit legt alle varkensbedrijven volgende bijkomende maatregelen op:
- Alle personen die de stallen betreden, trekken in de hygiënesluis bedrijfseigen laarzen en kledij of overkledij aan, dus vooraleer zij de stal betreden. Ze wassen de handen en ontsmetten de laarzen in een voetbad, zowel voor ze de stallen betreden als nadat ze de stallen verlaten hebben.
Tot nu toe was alleen de aanwezigheid van bedrijfseigen kledij verplicht en niet zozeer het gebruik ervan, ook al lag dit voor de hand.
Voor bedrijven met 3 of minder varkens zijn er een paar specifieke maatregelen:
- Het bedrijf beschikt over een voorraad ontsmettingsmiddel.
- Het bedrijf beschikt over een uitrusting voor reiniging en ontsmetting die aangepast is aan de noden van het bedrijf, tenzij men kan bewijzen dat men daarvoor een beroep doet op een gespecialiseerde onderneming.
- Elke stal of afdeling wordt minstens één maal per jaar geledigd, gereinigd en ontsmet.
- Een compartiment mag pas opnieuw bevolkt worden nadat het volledig is opgedroogd na de reiniging en ontsmetting.
- Gezelschapsvarkens mogen het adres van het beslag waarop ze gehouden worden niet verlaten, met uitzondering van het vervoer naar een verblijf in een diergeneeskundige praktijk of kliniek en in geval van verhandeling.
In de nabije toekomst voorziet dit KB ook een jaarlijkse bioveiligheidsevaluatie van de varkensbedrijven. De verantwoordelijke moet, samen met zijn bedrijfsdierenarts, elk jaar de bioveiligheidsstatus van zijn bedrijf evalueren, en daarnaast de verbeteracties in kaart brengen. Om dit op een gebruiksvriendelijke, praktische en efficiënte manier te kunnen doen, werken DGZ en ARSIA samen met het FAVV aan een informaticatoepassing. Van zodra deze beschikbaar is, zal er met de bioveiligheidsevaluaties gestart kunnen worden. De komende maanden volgt hierover meer informatie.
Bron: E-nieuwbrief DGZ – 13 augustus 2020