Op vraag van de Europese Commissie boog een panel van experts van de Europese autoriteit van voedselveiligheid (EFSA) zich over de risico’s die de varkenshouderij in open lucht met zich meebrengt voor de verspreiding van de Afrikaanse varkenspest. Varkens die buiten verblijven, zouden immers in contact kunnen komen met besmette everzwijnen. Vooralsnog bestaan er echter geen eenvormige richtlijnen over hoe de overdracht vermeden kan worden.
Varkenshouderij in open lucht is wijdverspreid in Europa. Toch zijn er heel wat lokale verschillen, zowel qua aantallen als qua opzet van de bedrijven. België en Nederland tellen slechts een honderdtal commerciële bedrijven waar varkens buiten kunnen. Het gaat respectievelijk om ongeveer 30.000 en 90.000 dieren. De koploper in Europa is Spanje, waar ruim 1,5 miljoen varkens in open lucht gehouden worden. Soms zijn de bedrijven extensief en kunnen de dieren vrij en over een grote oppervlakte naar voedsel zoeken. Op kleinere, intensieve bedrijven kunnen de dieren enkel terecht in een omheinde wei. Die variatie maakt het moeilijk om conclusies te trekken uit gegevens van verschillende Europese landen. Het is dan ook niet evident om de risico’s op de verspreiding van de Afrikaanse varkenspest correct in te schatten.
Het panel is van mening dat er nood is aan een officieel, Europees referentiekader waarin de verschillende systemen van de varkenshouderij in open lucht gecategoriseerd kunnen worden. Verder is er een consensus dat een enkele of dubbele omheining de belangrijkste maatregel is om de verspreiding van de Afrikaanse varkenspest tegen te gaan. In regio’s waar de Afrikaanse varkenspest circuleert bij everzwijnen, zou een omheining het risico op overdracht met 50 procent kunnen verminderen. Ten slotte zou de bioveiligheid op bedrijven ook op regelmatige basis getoetst moeten worden met behulp van objectieve criteria om het risico op verspreiding nog verder te reduceren.
Tekst: Maarten Ceyssens – www.yumax.be