Coccidiose is een darminfectie, die veroorzaakt wordt door de parasiet Cystoisospora suis. Diarree en/of een vertraagde of ongelijke groei bij zuigende biggen tijdens de 2de – 3de levensweek kan wijzen op coccidiose. De diagnose moet bevestigd worden door middel van labo-onderzoek en is meestal gebaseerd op het aantonen van oöcysten in mestmonsters. Oöcysten zijn “eitjes” van de parasiet die door besmette biggen uitgescheiden worden met de mest. De oöcysten komen zo in de stalomgeving en vormen een bron van besmetting voor andere biggen.
Nieuwe techniek
Sinds kort stelt Ceva in samenwerking met het labo van Dierengezondheidszorg (DGZ) Vlaanderen een nieuwe PCR-test ter beschikking voor het aantonen en kwantificeren van C. suis. Met deze PCR-test wordt het genetisch materiaal van de parasiet (alle levensstadia, incl. de oöcysten) in de mest opgespoord. Deze techniek is gevoeliger dan de flotatie en autofluorescentie methode.
Voor het aantonen van oöcysten in mestmonsters waren er tot voor kort 2 andere methodes beschikbaar, de flotatie methode en de autofluorescentie methode. Bij de flotatie methode wordt een hoeveelheid mest opgelost in een speciale flotatievloeistof, waardoor de oöcysten gaan drijven. Daarna wordt de mest gezeefd om de grove delen te verwijderen en vervolgens wordt er onder de microscoop gekeken of en hoeveel oöcysten er aanwezig zijn. Nadeel van deze techniek is dat de detectie van oöcysten kan bemoeilijkt worden door het hoge vetgehalte van de mest van zuigende biggen. De oöcysten kunnen vast blijven zitten in de vetpropjes in de mest, waardoor ze niet gaan drijven in de flotatievloeistof en dus niet gedetecteerd worden (1).
Bij de autofluorescentie methode wordt mest uitgesmeerd op een microscoop glaasje. Dit monster wordt dan bekeken onder een microscoop met een speciale UV-lamp. De oöcysten lichten op door het UV-licht en kunnen zo geteld worden. Deze methode is gevoeliger dan de flotatie methode, maar wordt niet routinematig uitgevoerd in een Belgisch labo.
Monstername
Om oöcysten te kunnen aantonen, moeten de mestmonsters verzameld worden op het juiste tijdstip. Dit wil zeggen op het moment dat de biggen oöcysten uitscheiden. Bij individuele dieren vertoont de uitscheiding van oöcysten twee pieken. Een eerste piek treedt op 5 tot 6 dagen na de infectie, de tweede piek volgt ongeveer 1 week later. Aangezien biggen meestal in de eerste levensweek besmet worden, zullen ze dus pas in de tweede levensweek een eerste keer oöcysten uitscheiden. Daarom worden biggen best pas rond de leeftijd van 14 dagen bemonsterd. Bij individuele dieren is de duur van de uitscheiding bovendien vrij kort (gemiddeld 4-5 dagen). Daarom kan het nuttig zijn om biggen op verschillende leeftijden te bemonsteren en om een mengmonster van meerdere biggen van een toom te onderzoeken.
Onderzoek ook nuttig op bedrijven zonder diarree
Biggen kunnen een coccidiose infectie ook subklinisch doormaken. Dit wil zeggen dat dieren wel geïnfecteerd zijn, maar dat er geen duidelijke klinische verschijnselen zoals diarree worden opgemerkt. Door de beschadiging van het darmslijmvlies is er ook bij subklinisch geïnfecteerde biggen een verstoorde darmfunctie met een verminderde opname van voedingsstoffen en water. Uit onderzoek van de universiteit van Gent is gebleken dat geïnfecteerde biggen die geen diarree vertonen toch een groeivertraging oplopen en dat ook subklinische coccidiose-infecties economisch belangrijk zijn. (2) Daarom is het nuttig om coccidiose onderzoek ook uit te voeren op bedrijven waar geen diarree, maar wel een ongelijke of te lage groei bij de kraambiggen wordt vastgesteld.
Conclusie
Door onderzoek van mestmonsters kan aangetoond worden of coccidiose op uw bedrijf aanwezig is. Recent is hiervoor een nieuwe en meer gevoelige PCR-test ontwikkeld.
Wil u weten of coccidiose ook op uw bedrijf aanwezig is? Vraag een onderzoek met de nieuwe PCR-test aan bij uw bedrijfsdierenarts.
Bronnen
- Joachim et al. Detection of Cystoisospora suis in faeces of suckling piglets – when and how? A comparison of methods. Porcine Health Management (2018) 4:20.
- Maes et al. Effects of toltrazuril on the growth of piglets in herds without clinical isosporosis. The Veterinary Journal 173 (2007) 197–199.