De houding tegenover het gebruik van insecten in diervoeder en de daarbij geproduceerde voedingsmiddelen is over het algemeen positief, zo bewijst wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd door de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van de Universiteit Gent.
Het idee om insecten als eiwitbron te verwerken in diervoeder werd afgewezen door slechts 17 procent van een steekproef van 415 landbouwers, betrokkenen bij de landbouwsector en consumenten. De eindproducten worden gezien als duurzamer, voedzamer en gezonder, maar met een risico op geur- of smaakafwijkingen en allergenen, en als moeilijker te verkopen.
Wetenschappelijke studie
Het gebruik van insecten in diervoeder wordt naar voren geschoven als een mogelijke oplossing om de duurzaamheid en maatschappelijke aanvaarding van de intensieve dierlijke productie te verbeteren. Een onderzoeksteam van de faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van de Universiteit Gent ondervroeg 196 landbouwers, 137 betrokkenen bij de landbouwsector (o.a. uit de toeleverings- en dienstensector), en 82 burgers/consumenten tijdens de landbouwbeurs Agriflanders 2015. De deelnemers rapporteerden hun houding, percepties over producten, productkenmerken, voordelen, risico’s, bezorgdheden en bereidheid tot aanvaarding en gebruik van diervoeder met insecten, evenals van eindproducten zoals eieren, vlees of melk.
Positieve houding en aanvaarding
Betrokkenen bij de landbouwsector rapporteerden de meest positieve houding tegenover het gebruik van insecten in diervoeder (gemiddelde score van 4,16 op een schaal van 1 tot 5), gevolgd door burgers/consumenten (3,89) en landbouwers (3,83). De deelnemers waren het meest enthousiast over het gebruik van insecten in voeders voor vis en pluimvee, gevolgd door varkens, en in minder mate voeders voor gezelschapsdieren en runderen.
Diervoeder met insecten werd gezien als duurzamer en met een betere voedingswaarde voor de dieren, maar als microbiologisch minder veilig in vergelijking met gangbare voeders. De voedingsmiddelen als eindproduct werden beschouwd als duurzamer, voedzamer en gezonder, maar met een risico op geur- of smaakafwijkingen en allergenen, als minder gemakkelijk verkoopbaar en minder aanvaardbaar door consumenten.
Eieren en gevogelte afkomstig van dieren gevoederd met insectenmeel werden afgewezen door 17 procent van de steekproef. Rundvlees en melk afkomstig van runderen gevoederd met insectenmeel werden afgewezen door één op vier deelnemers.
Gepercipieerde voor- en nadelen
De belangrijkste voordelen die geassocieerd werden met het gebruik van insecten in diervoeders hadden betrekking op het verminderen van de afhankelijkheid van de dierlijke productiesector van buitenlandse eiwitbronnen en een betere benutting van organisch afval. De belangrijkste gepercipieerde risico’s waren de mogelijke gevolgen voor de biodiversiteit bij het accidenteel vrijkomen van uitheemse insecten, en de kans op de introductie van microbiologische besmetting in de voedselketen.
Aanvaarding door de consument, wetgeving, communicatie, en de houding van de grootdistributie kwamen naar voren als de belangrijkste bezorgdheden. De voordeelperceptie was sterker dan de risicoperceptie, en de gepercipieerde voordelen wogen zwaarder dan de risico’s op de bereidheid om insecten in diervoeders te aanvaarden.
Bereidheid om voedingsmiddelen met insecten te eten
De belangrijkste drijfveer om het gebruik van insecten in diervoeder te aanvaarden was de eigen bereidheid om voedingsmiddelen met insecten te eten. “Hoe sterker mensen overtuigd waren dat insecten geschikt en aanvaardbaar zijn voor menselijke consumptie, hoe groter hun overtuiging dat insecten ook in diervoeder moeten kunnen”, aldus professor Wim Verbeke, vakgroep Landbouweconomie (UGent) en eerste auteur van de studie.
“De inzichten van deze studie bevestigen dat het debat over het gebruik van insecten in diervoeder zich in de eerste plaats moet toespitsen op voeders voor vissen, gevogelte en varkens, en op de aanpassing van de wetgeving ter zake. De lagere interesse en aanvaarding van melk, zuivelproducten en rundvlees afkomstig van runderen gevoederd met insectenmeel duidt erop dat het gebruik van insecten in rundveevoeding niet aan de orde is. De meest kritische houding werd vastgesteld bij rundveehouders”, aldus nog de auteurs.
De auteurs besluiten dat de algemeen positieve sfeer rond het gebruik van insecten in diervoeder, zoals die naar voren komt uit de studie, aangeeft dat het moment geschikt is om het debat op (Europees) beleidsniveau en binnen de sector een beslissende wending te geven en de kansen te benutten die deze nieuwe eiwitbron in diervoeders kan bieden.