Volgens één van de randvoorwaarden voor het verkrijgen van rechtstreekse inkomenssteun of steun voor agromilieumaatregelen moeten landbouwers de zuurtegraad (pH) en het koolstofgehalte (C) van een aantal van hun percelen die geen grasland zijn of die geen permanente bedekking hebben, laten bepalen en de bijhorende analyseresultaten kunnen voorleggen bij controle. De analyseresultaten blijven drie jaar geldig vanaf de datum van de staalname uitgevoerd in het kader van deze analyses. Het is vooral zaak voldoende analyseresultaten koolstofgehalte en zuurtegraad te voorzien in het kader van de randvoorwaarden.
Afhankelijk van het totaal areaal akkerland (dit is alle landbouwgrond met uitzondering van alle graslanden en andere permanente bedekking, zoals grasklaver) moet de landbouwer volgend aantal geldige analyseresultaten kunnen voorleggen
minder dan 20 ha akkerland: 1
vanaf 20 ha en kleiner dan 30 ha: 2
vanaf 30 ha en kleiner dan 40 ha: 3
vanaf 40 ha en kleiner dan 60 ha: 4
vanaf 60 ha en kleiner dan 100 ha: 5
vanaf 100 ha akkerland: 6
De teelten die u in rekening moet brengen om het aantal ha akkerland te bepalen, staan in bijlage 2 van de toelichtingsnota bij de verzamelaanvraag 2013 met de code ‘S’ of ‘M’ in de kolom ‘erosiegevoeligheid teelt’.
Voorbeeld : een landbouwer met 22 ha landbouwgrond in gebruik (waarvan 16 ha grasland) moet bij een controle ter plaatse 1 geldig analyseresultaat met de bepaling van de zuurtegraad en het koolstofgehalte kunnen voorleggen. De analyses zijn geldig indien ze uitgevoerd zijn door een erkend laboratorium. Eerdere analyses blijven geldig als de staalname minder dan drie jaar geleden werd uitgevoerd en als dat labo in dat jaar erkend was.
Bij een te laag organische stofgehalte moet de landbouwer op de betreffende percelen het bemestingsadvies op basis van de analyseresultaten van het erkende laboratorium opvolgen of moet de landbouwer minstens één van de volgende maatregelen naleven: toedienen van organische stalmest, toedienen van compost, inwerken van stro of het telen van groenbedekkers.
De percelen met een te lage pH moeten bekalkt worden.
Uit de resultaten uit de controles ter plaatse van de voorbije jaren, blijkt dat deze randvoorwaarde m.b.t. het beschikken over onvoldoende geldige analyseresultaten één van de meest voorkomende inbreuken is. Hierdoor krijgen nogal wat landbouwers een verlaging van de steun.
Lijst van laboratoria die erkend zijn in 2013
Voor 2013 heeft de Vlaamse minister van Leefmilieu, Joke Schauvliege, 8 laboratoria erkend voor het uitvoeren van deze analyses:
ACMAA, Hazenweg 30, 7556 BM Hengelo, Nederland – tel. 0031 74 256 06 00
Bodemkundige Dienst van België, W. de Croylaan 48, 3001 Heverlee – tel. 016 31 09 22
Laboratorium “Zeeuws-Vlaanderen”, Zandbergsestraat 1, 4569 TC Graauw, Nederland – tel. 0031 11 463 54 00
Instituut Koldingen, De kerchove d’ Exaerdestraat 108, 1501 Halle – tel. 0498 87 61 06
Justus-Liebig-Labor Rain, p/a Tiense Suikerraffinaderij, Aandorenstraat 1, 3300 Tienen – tel. 016 80 13 02
LVI – Labo L. Iliano, Schouteerpark 15, 9070 Destelbergen – tel. 09 228 19 70
Inagro, Ieperseweg 87, 8800 Rumbeke – tel. 051 27 33 30
Universiteit Gent – Vakgroep Bodembeheer, Coupure Links 653, 9000 Gent – tel. 09 264 60 66