Sinds enkele jaren werken Fegra en BFA, de Belgische federaties van respectievelijk de graanhandel en diervoeders, samen voor het gericht monitoren van mycotoxines in mais. Het rapport voor de oogst van 2019, gebaseerd op 142 analyses, is nu beschikbaar. Het bevestigt een laag niveau van contaminatie.
Gemiddeld ligt 84 procent van de resultaten (253/309 resultaten) onder de drempelwaarde voor de analyses op DON, ZEA, T-2/HT-2, Fumonisines B1/B2 en Aflatoxine B1.
Voor elk getest mycotoxine is het aantal resultaten dat zich bevindt onder de illustratieve drempelwaarden als volgt:
- 31/38 voor DON (300 ppb),
- 31/39 voor ZEA (100 ppb),
- 22/25 voor T-2 (5 ppb),
- 22/25 voor HT-2 (5 ppb),
- 19/25 voor Fumonisine B1 (200 ppb),
- 23/25 voor Fumonisine B2 (25 ppb),
- 105/132 voor Aflatoxine B1 (1 ppb).
Het niveau van besmetting blijft laag, maar waakzaamheid blijft aan de orde. Bij analyses die onmiddellijk na de oogst worden uitgevoerd (Early Warning) moet verder ook rekening worden gehouden met mogelijke besmetting tijdens de opslagperiode. Het is dus belangrijk om goede opslagpraktijken toe te passen, zoals bijvoorbeeld voldoende afkoeling en ventilatie na droging.
Raadpleeg hier het volledige rapport MYCOTOXINE MONITORING MAÏS – OOGST 2019
Bron: naar BFA – 20 december 2019