Bijna de helft van de varkenshouders monitort niet op PRRS en een aanzienlijk deel wacht met vaccineren tot zich problemen voordoen. Zo blijkt uit de resultaten van een tweeledig onderzoekstraject op PRRS dat in 2019 werd uitgevoerd in de Benelux.
Resultaten PRRS-onderzoek >>
Varkenshouders in de Benelux onderschatten het risico van vroege PRRS
De resultaten van een tweeledig onderzoekstraject op PRRS laten zien dat varkenshouders in de Benelux het risico van vroege PRRS behoorlijk onderschatten. Zo blijkt dat bijna de helft niet monitort op PRRS en een aanzienlijk deel wacht met vaccineren tot zich problemen voordoen. Prevalentieonderzoek laat zien dat op 61% van de bedrijven die niet vaccineren PRRS-virus al aanwezig is onder de biggen tijdens de batterijperiode.
Dit voorjaar onderzochten GD en DGZ in samenwerking met Zoetis de PRRS-prevalentie in Nederland en België op basis van speekselonderzoek bij gespeende biggen op 122 zeugenbedrijven.1 Afgelopen week werden de laatste resultaten afgerond. Daarnaast voerde AgriDirect in dezelfde periode een telefonisch marktonderzoek uit in opdracht van Zoetis.2
Circa 400 varkenshouders werden bevraagd op hun situatie, verwachtingen en werkwijze omtrent PRRS. Dit tweeledige onderzoekstraject heeft als doel een representatief beeld te creëren van de PRRS-situatie op de Nederlandse en Belgische biggenbatterij.
Uit het prevalentieonderzoek blijkt dat circa een derde van de deelnemende bedrijven de biggen vaccineert tegen PRRS.1 Opvallend is dat het vaccinatiemoment in veel gevallen niet gekoppeld wordt aan het bedrijfsspecifieke infectiemoment. Waar in 51% van de gevallen PRRS al kort na het spenen gevonden wordt1, vaccineert het gros pas vanaf drie weken in de veronderstelling dat dit de vroegste mogelijkheid is.2
Varkenshouders schatten zelf dat de helft van de bedrijven PRRS-positieve biggen heeft op het moment van spenen.2 Klinische problemen bij de biggen is voor één op de drie vaccinerende varkenshouders de aanleiding geweest om te starten met een biggenvaccinatie.2 Zeugenvaccinatie blijkt daarentegen een vaste norm, 93% van de vaccinerende bedrijven ent de zeugenstapel.2 De bedrijfsdierenarts wordt door 97% genoemd als belangrijkste adviseur hierin en is ook sterk bepalend in de keuze voor een vaccin.2
1 Zoetis PRRS prevalentieonderzoek CheckPRRS België/Nederland, 2019
2 Telefonisch marktonderzoek AgriDirect, mei 2019
Varkenshouders in de Benelux onderschatten het risico van vroege PRRS
De resultaten van een tweeledig onderzoekstraject op PRRS laten zien dat varkenshouders in de Benelux het risico van vroege PRRS behoorlijk onderschatten. Zo blijkt dat bijna de helft niet monitort op PRRS en een aanzienlijk deel wacht met vaccineren tot zich problemen voordoen. Prevalentieonderzoek laat zien dat op 61% van de bedrijven die niet vaccineren PRRS-virus al aanwezig is onder de biggen tijdens de batterijperiode.
Dit voorjaar onderzochten GD en DGZ in samenwerking met Zoetis de PRRS-prevalentie in Nederland en België op basis van speekselonderzoek bij gespeende biggen op 122 zeugenbedrijven.1 Afgelopen week werden de laatste resultaten afgerond. Daarnaast voerde AgriDirect in dezelfde periode een telefonisch marktonderzoek uit in opdracht van Zoetis.2
Circa 400 varkenshouders werden bevraagd op hun situatie, verwachtingen en werkwijze omtrent PRRS. Dit tweeledige onderzoekstraject heeft als doel een representatief beeld te creëren van de PRRS-situatie op de Nederlandse en Belgische biggenbatterij.
Uit het prevalentieonderzoek blijkt dat circa een derde van de deelnemende bedrijven de biggen vaccineert tegen PRRS.1 Opvallend is dat het vaccinatiemoment in veel gevallen niet gekoppeld wordt aan het bedrijfsspecifieke infectiemoment. Waar in 51% van de gevallen PRRS al kort na het spenen gevonden wordt1, vaccineert het gros pas vanaf drie weken in de veronderstelling dat dit de vroegste mogelijkheid is.2
Varkenshouders schatten zelf dat de helft van de bedrijven PRRS-positieve biggen heeft op het moment van spenen.2 Klinische problemen bij de biggen is voor één op de drie vaccinerende varkenshouders de aanleiding geweest om te starten met een biggenvaccinatie.2 Zeugenvaccinatie blijkt daarentegen een vaste norm, 93% van de vaccinerende bedrijven ent de zeugenstapel.2 De bedrijfsdierenarts wordt door 97% genoemd als belangrijkste adviseur hierin en is ook sterk bepalend in de keuze voor een vaccin.2
1 Zoetis PRRS prevalentieonderzoek CheckPRRS België/Nederland, 2019
2 Telefonisch marktonderzoek AgriDirect, mei 2019