Vlaams minister Ben Weyts heeft in samenwerking met de slachthuisfederatie FEBEV een pakket maatregelen vastgelegd om het dierenwelzijn in de Vlaamse slachthuizen te versterken. De sector engageert zich om concrete stappen te zetten die het dierenwelzijn binnen de slachtinrichtingen verbeteren.
Zo zullen de leden van FEBEV aangestuurd worden om camera’s te plaatsen op strategische locaties voor het dierenwelzijn (de losplaats, de stalomgeving, de drijfgang, de verdoving en de steekplaats).
De ‘animal welfare officer’ (AWO), die binnen het bedrijf toezicht houdt op het dierenwelzijn, krijgt zeker toegang tot alle beelden.De AWO krijgt ook een sterkere en meer onafhankelijke positie binnen het bedrijf. Concreet wordt deze AWO een staffunctie. De toezichthouder zal zo deel worden van het management van het slachthuis. Er wordt ook nog bekeken of de toezichthouder een speciaal statuut kan krijgen, naar analogie met het klokkenluidersstatuut. De werkgever kan dan geen disciplinaire maatregelen meer nemen als de AWO een geval van dierenmishandeling aan het licht brengt.
Er wordt ook geïnvesteerd in de expertise van de personeelsleden die in aanraking komen met de levende dieren. De opleidingsfrequentie wordt verhoogd. Er wordt gewerkt aan in-house opleidingen en periodieke opfristrainingen.
Er komt tot slot een grondige doorlichting van alle slachthuizen. Een audit die elke stap van het proces, van vrachtwagen tot slachtplaats, onder de loep zal nemen in functie van meer dierenwelzijn. De diensten van Weyts gaan daarvoor samenwerken met de Thomas More Hogeschool (Associatie KULeuven), die ook al bezig is met een ontleding van het slachthuis in Tielt. Nog voor het einde van 2017 moeten alle Vlaamse slachthuizen doorgelicht zijn.
Bron: Kabinet Weyts – 17 april 2017