Coccidiose wordt veroorzaakt door de parasiet Cystoisospora suis (C. suis) en is een belangrijke oorzaak van diarree bij pasgeboren biggen. Varkenshouders kunnen coccidiose bestrijden door jonge biggen een behandeling met de actieve stof toltrazuril te geven. De universiteit van Wenen voerde in samenwerking met Ceva Santé Animale een onderzoek uit naar de meest effectieve behandeling van biggen met toltrazuril op 23 bedrijven in België en Nederland. Een behandeling binnen de eerste drie levensdagen van de big blijkt aanzienlijk effectiever dan eenzelfde behandeling op een later tijdstip.
Coccidiose heeft negatief effect op de groei en voerconversie tot aan de slacht
Biggen kunnen in de eerste levensweek worden besmet met coccidiose door het opnemen van oöcysten (“eitjes” van de parasiet C. suis) vanuit de besmette stalomgeving. Na opname ontwikkelt de parasiet zich in de dunne darm. Dit veroorzaakt beschadiging van het darmslijmvlies en tast de darmfunctie aan. Biggen krijgen symptomen zoals diarree, uitdroging en een ongelijke en verminderde groei. De meeste symptomen zijn te zien in de tweede levensweek. Na 3 tot 4 weken is de diarree meestal niet meer zichtbaar. De groeiachterstand blijft vaak wel tot aan de slacht meetbaar. Coccidiose is daardoor een dure aandoening.
Coccidiose besmetting vaakst aangetroffen in mestmonsters zonder diarree
Het onderzoek door Universiteit Wenen en Ceva naar de effectiviteit van coccidiose behandelingen werd uitgevoerd op 23 bedrijven in België en Nederland. Het betrof zowel gesloten bedrijven als gespecialiseerde vermeerderingsbedrijven. Biggen op 13 bedrijven werden behandeld met toltrazuril bij een leeftijd van 1-6 dagen. Op elk bedrijf werden mestmonsters verzameld. Elk mestmonster werd onderzocht op de aanwezigheid van oöcysten en op de aanwezigheid en ernst van diarree. Op elk bedrijf werd een vragenlijst ingevuld over het management in het algemeen en specifiek over maatregelen tegen coccidiose, zoals de anti-coccidiose behandeling, het gebruikte product, de dosis en leeftijd waarop de behandeling werd toegediend.
Biggen met een vroege behandeling vertonen nauwelijks besmetting met coccidiose
Uit het onderzoek bleek dat diarree en coccidiose veel voorkomen op varkensbedrijven. De eitjes van de parasiet die coccidiose veroorzaakt, de zogenaamde oöcysten, werden het meest aangetroffen in mestmonsters zonder diarree. Coccidiose zonder zichtbare symptomen zoals diarree kwam dus veel voor op de onderzochte bedrijven. Mestmonsters genomen op bedrijven waar biggen binnen drie dagen na de geboorte werden behandeld met toltrazuril, bevatten aanzienlijk minder vaak oöcysten dan mestmonsters van biggen die op een later tijdstip (4 tot 7 dagen na de geboorte) werden behandeld. Mest van biggen die binnen de eerste drie levensdagen werden behandeld, bleek zelfs in 96,2% van de gevallen vrij van oöcysten te zijn tegenover 63% van de mest van biggen die later werden behandeld. Een behandeling met toltrazuril binnen de eerste drie levensdagen van biggen is dus zeer effectief en aanzienlijk effectiever dan eenzelfde behandeling op een later tijdstip. Raadpleeg altijd de bijsluiter bij gebruik van anti-coccidiose middelen voor het juist gebruik.
Bron: Hinney et al. (2021) Piglet coccidiosis in Belgium and the Netherlands: prevalence, management and potential risk factors. Veterinary Parasitology: Regional Studies and Reports, Volume 24, April 2021, https://doi.org/10.1016/j.vprsr.2021.100581
Partnerinfo van Ceva