Zwitserse zeugenhouders scoren met hun genetica stukken onder het gemiddelde uitvalpercentage ten opzichte van andere landen. Sinds de verplichte omschakeling naar vrijloopkraamhokken in Zwitserland in 2007 zien we jaarlijks de uitval nog dalen.
Zwitserland is één van de koplopers als we praten over dierenwelzijn. Dit vertaalt zich ook in hun genetica. Vrijloopkraamhokken en staartcouperingsverbod dragen onvoorwaardelijk bij aan het rustige karakter en de uitmuntende moedereigenschappen van de SUISAG zeug.
Uniforme tomen, bigoverleving, melkproductie in minimaal 16 functionele spenen en langleefbaarheid van de zeugen zijn dan ook al jarenlang de belangrijkste selectiecriteria van de fokkerijorganisatie. Opmerkelijk binnen de fokkerij van SUISAG is ook de resistentie voor E. colli (F18).
Daarenboven heeft het aantal levend geboren biggen de laatste jaren ook een belangrijke plaats in de fokkerij ingenomen. Met dit alles kan SUISAG zich dan ook gerust presenteren tussen ‘de andere groten der fokkerijland’.
In Duitsland is SUISAG al aanwezig op 9% van de bedrijven. Ook in België claimen ze reeds een deel van de markt, voorheen enkel in eigen aanfok, sinds kort ook op de fokgeltenmarkt.
Gebruikers van SUISAG genetica roemen vooral de zeug omwille van het rustige karakter, het robuuste beenwerk, de excellente uierkwaliteit en het mooi aantal uniform levend geboren biggen met een laag uitvalspercentage in de kraamstal.
Bron: Nemegheer