Gisteren overhandigde Dierengezondheidszorg Vlaanderen op Agribex de eerste Gezondheidsmonitorrapporten Gelten aan enkele fokbedrijven van TOPIGS die reeds jaren een gezondheidsscreening doen bij DGZ.
De aankoop van dieren is één van de grootste risicofactoren voor insleep van nieuwe ziektes op het bedrijf. Daarom is het bijzonder interessant om een beeld te hebben van de gezondheidsstatus van het bedrijf waarvan er dieren aangekocht worden en deze te vergelijken met de gezondheidsstatus van het eigen bedrijf.
Om de bedrijven hierbij te ondersteunen heeft DGZ een Gezondheidsmonitor Gelten ontwikkeld. Fokbedrijven die instappen in dit project voeren driemaal per jaar een screening uit op het bedrijf, waarbij de nadruk vooral ligt op de uit te leveren opfok. De bedrijven krijgen na iedere screening een gezondheidsmonitorrapport, dat vijf maanden geldig blijft. Dit rapport kan de zeugenhouder dan gebruiken op zijn geltenpaspoort, dat aan de koper wordt overhandigd.
In het kader van de Gezondheidsmonitor Gelten heeft DGZ enkele analysepaketten uitgewerkt die elk een aantal ziektes omvatten. De ziektes waar er op het bedrijf onderzoek naar gebeurt, worden weergegeven op het rapport. In de Gezondheidsmonitor Gelten ligt de nadruk op de aan-of afwezigheid van antistoffen bij de uit te leveren opfokdieren. Het rapport geeft voor elke onderzochte ziekte weer a) dat de onderzochte dieren allemaal antistoffen hebben, of b) dat slechts een deel van de dieren antistoffen heeft, of c) dat er bij geen enkele van de onderzochte dieren tijdens de screenings antistoffen werden teruggevonden. Op het rapport zijn zowel de resultaten van de meest recente, als van de drie voorgaande screenings terug te vinden. Ook wordt op het rapport vermeld of een bedrijf onverdacht is van een Brachyspira hyodysenteriae of B. pilosicoli infectie en of dit bedrijf over bepaalde certificaten beschikt, zoals Schurftvrij of Pasteurella DNT-gescreend.
Op basis van dit rapport kan men dan nagaan of er na aankoop van de gelten bijkomende maatregelen nodig zijn in de quarantainestal. Wanneer er immers dieren zonder antistoffen tegen een ziekte op een bedrijf terechtkomen waar deze kiem aanwezig is, zijn de aangekochte gelten gevoelig voor infectie. Dan moeten ze, vooraleer ze in contact komen met de zeugenstapel, in de quarantainestal beschermd worden, bijvoorbeeld door vaccinatie.
Anderzijds bestaat de mogelijkheid dat dieren met antistoffen tegen een ziekte deze kiem nog dragen, en deze dieren kunnen dan ook niet toegelaten worden op een bedrijf dat vrij is van deze kiem!
DGZ werkt momenteel aan een screeningstool voor conventionele varkensbedrijven die binnenkort ook gelanceerd zal worden.
De varkenshouders op de foto zijn: Demaecker Georges en zijn echtgenote (Brugge), Claerhout Paul (Wielsbeke), Jos Moors (beslag Ria Vanhees uit Sint-Martens-Voeren) en Lieven Maenhout (beslag Maenhout Koen uit Reninge). Daarnaast herkent men Luc Van Dommelen, voorzitter van de adviescommissie
varken van DGZ, Bart Peeters van TOPIGS en Tamara Vandersmissen van DGZ.