Mycoplasma hyopneumoniae (M. hyo) is één van de meest voorkomende luchtwegaandoeningen bij varkens en veroorzaakt enzoötische pneumonie, een longontsteking. De letsels doen zich vooral voor in de voorste kwabben van de longen, vandaar ook wel de naam topkwabpneumonie. De economische gevolgen zijn groeivertraging, ongelijke groei en een verhoogde voederconversie. Daarnaast werd ook aangetoond dat varkens die besmet zijn met M.hyo een verhoogde gevoeligheid hebben voor andere longaandoeningen zoals bijvoorbeeld APP.
Klinische symptomen
De ernst van de klinische symptomen is afhankelijk van de infectiedruk, het ziekteverwekkend vermogen van de aanwezige M. hyo stam(men) en de aanwezigheid van andere bacteriële en/of virale co-infecties. Verder spelen ook management- en omgevingsfactoren een belangrijke rol.
De meeste klinische symptomen worden opgemerkt bij vleesvarkens. Daarbij is een droge, niet-productieve hoest die vooral hoorbaar is wanneer de varkens worden opgejaagd het meest typisch. De symptomen spreiden gewoonlijk traag door de afdeling en kunnen lang aanhouden.
Mycoplasma infecties treden zelden alleen op. Meestal zijn er naast Mycoplasma nog andere bacteriële en/of virale ziekteverwekkers op het bedrijf aanwezig zoals PRRS, Influenza, PCV2, APP, … Bij deze gecombineerde infecties zijn de klinische symptomen vaak ernstiger, met grotere schade tot gevolg.
Aantonen van de ziekteverwekker
De aanwezigheid van M. hyo bacteriën in de luchtwegen en longen kan aangetoond worden door middel van PCR-onderzoek. Bij levende dieren kan dit het best door middel van tracheo-bronchiaal swabs of longspoelingen. Bij dode dieren (autopsie of aan de slachtlijn) kan de bacterie door middel van PCR-onderzoek, maar ook door middel van weefselonderzoek, opgespoord worden in stukjes long.
Aantonen van antistoffen in het bloed
Het is mogelijk om antistoffen tegen M. hyo op te sporen in het bloed. Het praktisch nut hiervan is eerder beperkt, aangezien antistoffen pas aantoonbaar zijn vanaf ongeveer 6 weken na de infectie en veel M.hyo infecties zich pas later in de afmestfase voordoen. Daarnaast worden de meeste varkens gevaccineerd tegen Mycoplasma en is het onmogelijk om een onderscheid te maken tussen afweerstoffen opgebouwd na vaccinatie of na infectie.
Slachtlijnonderzoek
Na infectie met M. hyo treedt er een longontsteking op. Deze is zichtbaar als een verharding van het longweefsel met paarse tot grijze gebieden met vlezig aspect. Deze delen van de long kunnen zich niet meer vullen met lucht en zijn bijgevolg niet meer functioneel. De verharding van het longweefsel kan waargenomen worden 3 tot 12 weken na de infectie. De letsels bevinden zich hoofdzakelijk in de voorste longkwabben, zoals aangeduid in bovenstaande figuur. De letsels verdwijnen na 12 tot 14 weken met vorming van littekens die zichtbaar zijn als groeven (zgn. fissuren). Deze letsels en littekens zijn met het blote oog zichtbaar op de longen aan de slachtlijn (zie onderstaande foto’s). Door de longen volgens een gestandaardiseerde methode te beoordelen aan de slachtlijn kan men inzicht krijgen in de mate waarin de M. hyo op het bedrijf problemen veroorzaakt.
Conclusie
Ziet u op uw bedrijf luchtwegproblemen en/of achterblijvende productieresultaten die kunnen wijzen op een betrokkenheid van Mycoplasma? Vermoedt u dat uw huidige Mycoplasma controleprogramma onvoldoende effect heeft? Dan kan een longonderzoek aan de slachtlijn duidelijk maken of er letsels aanwezig zijn en hoe ernstig de letsels zijn. Hoewel de letsels sterk suggestief zijn voor een M. hyo infectie, zijn ze niet specifiek voor M.hyo. Andere ziekteverwekkers kunnen vergelijkbare letsels veroorzaken. Het aantonen van M. hyo-achtige letsels op longen van slachtvarkens levert dus een waarschijnlijkheidsdiagnose. Om echt zeker te zijn dat de letsels effectief veroorzaakt worden door M. hyo, kan er bijkomend laboratoriumonderzoek uitgevoerd worden, waarbij de M. hyo bacterie in de long wordt aangetoond.
Twijfelt u of Mycoplasma ook op uw bedrijf schade veroorzaakt?
Praat erover met uw dierenarts.