In de periode november 2018 – september 2019 werd een onderzoek uitgevoerd naar de ijzervoorziening van biggen op speenleeftijd. Het onderzoek werd uitgevoerd op 21 Belgische bedrijven die alle biggen tijdens de eerste levensdagen behandelen met een ijzerinjectie. Op elk bedrijf werd een hemoglobine (Hb) bepaling met de HemoCue® fotometer uitgevoerd bij 10 tomen biggen in de kraamstal volgens de methode beschreven in een eerder artikel. Van iedere toom werden 3 biggen op speenleeftijd bemonsterd; een grotere big, een normale big en een kleinere big. Per bedrijf werden dus 30 biggen bemonsterd. Hemoglobine gehaltes ≥ 110 g/l worden beschouwd als optimaal, waarden ≥ 90 en < 110 g/l zijn suboptimaal en biggen met een hemoglobine gehalte < 90 g/l hebben klinische bloedarmoede.
Resultaten
In totaal werd het hemoglobine gehalte van 630 biggen gecontroleerd. Het gemiddelde hemoglobine gehalte bij de biggen bedroeg 97 g/l en 26,5% van de gecontroleerde biggen hadden klinische bloedarmoede.
Invloed van de grootte van de big
Bij de grote biggen werd het hoogste percentage biggen met klinische bloedarmoede waargenomen, nl. 29%. In de groep met grote biggen had slechts 16,2% een optimaal hemoglobine gehalte. In de groep met normale en kleine biggen was dit aandeel iets groter en bedroeg dit respectievelijk 18,1% en 21,9%. Het is bekend dat snelgroeiende, grote biggen een hogere ijzerbehoefte hebben; waardoor zij ook een groter risico op bloedarmoede hebben.
Bedrijfsverschillen
In alle bedrijven waren biggen met klinische bloedarmoede aanwezig, maar er werden wel verschillen tussen de bedrijven waargenomen. De slechtste resultaten werden behaald in bedrijf 4, waar 19/30 biggen (63,3%) bloedarmoede hadden, de beste resultaten werden behaald in bedrijf 16 met 2/30 (6,7%) biggen met klinische bloedarmoede.
Conclusie
Uit dit onderzoek is gebleken dat de ijzervoorziening van biggen op speenleeftijd vaak suboptimaal is en dat er grote verschillen zijn tussen bedrijven. Deze bedrijfsverschillen kunnen te wijten zijn aan o.a. het tijdstip van de ijzertoediening, de nauwkeurigheid waarmee het ijzer wordt toegediend (verliezen door terugvloei, correctheid van de dosis), het gebruikte ijzerpreparaat, de groeisnelheid van de biggen, de toomgrootte,…
Laat bij twijfel de ijzervoorziening van uw biggen controleren.
Vraag ernaar bij uw dierenarts.
Bron – Field evaluation of hemoglobin (Hb) level in piglets at weaning on Belgian farms. De Backer et al., ESPHM 2020+1.