In de Duitse deelstaat Brandenburg zijn de afgelopen week opnieuw enkele tientallen positief geteste wilde zwijnen gerapporteerd. Het totale aantal in Brandenburg komt daarmee op 248. Daarvan zijn 170 gevonden in het eerste kerngebied in Oder-Spree en Spree-Neisse, en 78 in het 60 kilometer noordelijker gelegen Märkisch-Oderland. Omdat de nieuwe besmettingen nog steeds beperkt blijven tot dezelfde gebieden, is daar geen aanpassing van gevarenzones noodzakelijk. In de zuidelijker Duitse deelstaat Saksen zijn nog geen nieuwe besmettingen gemeld en blijft het officiële aantal nog staan op 15 dieren.
De voortdurende vondst van besmettingen is enerzijds verontrustend, maar anderzijds betekent het dat er door medewerkers en jagers in de regio aanhoudend wordt gezocht. Voor het opsporen van de kadavers van wilde zwijnen werden al speciaal getrainde honden gebruikt. Dat initiatief zal worden uitgebreid. De afgelopen week is afgesproken dat de opleiding van de speurhonden nu kan worden gedaan door de Jagersvereniging van Brandenburg. Die neemt die taak over van een afdeling van het ministerie (LAVG). Bij de training wordt niet alleen het opsporen van de kadavers geleerd, maar het is vooral van belang dat de hond duidelijk afstand houdt van het besmette zwijn om daarmee contact met virus te vermijden. Vooral bij lagere temperaturen kan het Afrikaanse varkenspest virus maanden ‘overleven’ op grond of ander materiaal.
Op 10 september werd in Duitsland het eerste geval van Afrikaanse varkenspest bij wild zwijn vastgesteld. Dat was in Spree-Neisse. Alle vondsten tot dusverre zijn gedaan langs de grens met Polen. Daar is de ziekte wijd verspreid onder wilde zwijnen. Aan Duitse zijde werd er daarom al lange tijd rekening mee gehouden dat de besmetting de grensrivier zou oversteken. Wilde zwijnen laten zich niet gemakkelijk tegenhouden en zijn uitstekende zwemmers.
In de zuidelijker Duitse deelstaat Saksen zijn nog geen nieuwe besmettingen gemeld en blijft het officiële aantal nog staan op 15 dieren. Ook daar werd al rekening intrede van de AVP uit Polen. Al in januari werden daarvoor draaiboeken opgesteld en afspraken gemaakt tussen de verschillende betrokken organisaties, zoals ministeries, het leger, technische hulpdiensten, jagers en boeren. Volgens een woordvoerder van het verantwoordelijke ministerie (Sociale zaken en maatschappelijke Samenhang, SMS) zorgen die eerdere oefeningen en contacten er nu voor dat snel maatregelen kunnen worden genomen. En nu er daadwerkelijk besmettingen zijn geconstateerd, kan ook de aanleg van (vaste) hekwerken worden uitgevoerd. “Zonder een officiële crisissituatie kan dit niet zomaar op private terreinen worden aangelegd”, klinkt het. Ongeveer driekwart van de huidige bufferzone ligt trouwens in militair oefenterrein, en daar ligt nog veel munitie.
De verantwoordelijke minister Petra Köpping (op de foto) hoopt dat de hekwerken verdere verspreiding van Afrikaanse varkenspest zal voorkomen. Gezien alle vindplaatsen bij de grensrivier zijn geweest gaat zij er vanuit dat de besmettingen vanuit buurland Polen komen. Er is wel uitwisseling van gegevens met Polen, maar het overleg tussen beide landen loopt officieel via de Duitse Bondsregering.
Bron: naar Lourens Gengler – correspondent voor Varkensbedrijf in Duitsland.