Biggenmonitor, een vrijwillig programma dat varkenshouder en bedrijfsdierenarts ondersteunt bij de aanpak van PRRS en circovirus (PCV2), toont aan dat beide virussen circuleren in de biggenbatterij van veel geteste bedrijven. Niet of correct verleggen van biggen kan verspreiding van beide virussen in de kraamstal voorkomen.
Het PRRS- en circovirus kunnen grote financiële verliezen veroorzaken op een varkensbedrijf. Sinds de start van de Biggenmonitor begin 2015 lieten 100 bedrijven hun batterij screenen op zowel PRRS als circovirus en 30 bedrijven enkel op PRRS.
Op 81 procent van de geteste bedrijven werd het PRRS-virus vastgesteld in de biggenbatterij en bij 55 procent van de bedrijven het PCV2-virus. Typering van de PRRS-virussen toonde aan dat enkel de Europese veldstam circuleert. Op bijna alle bedrijven werden antistoffen tegen beide virussen gevonden. Het virus zelf blijkt voornamelijk aanwezig te zijn in de tweede helft van de batterijperiode.
Verleggen vormt risico
Op 35 procent van de bedrijven die tot nu toe onderzocht werden in de Biggenmonitor, is PRRS-virus aanwezig bij biggen bemonsterd op 4 weken leeftijd, voor circovirus is dit het geval op 8 procent van de bedrijven. Dit betekent dat de biggen zich reeds in de kraamstal besmetten met deze virussen. Door biggen te verleggen in de kraamstal, worden PRRS en circovirus verspreid over de hele groep.
Denk daarom eerst goed na of verleggen van biggen wel nodig is. Zijn de biggen van vergelijkbare grootte, heeft de zeug voldoende functionele tepels en zijn er geen vechtende biggen? Verleg de biggen dan niet!
Verleg enkel biggen als er routinematig grote tomen bij veel of alle zeugen in een kraamafdeling voorkomen. Waak erover dat de biggen pas verlegd worden als ze voldoende biestmelk – minstens twaalf uur – hebben gedronken bij de eigen moeder. Biestmelk levert de big de juiste afweer (maternale antistoffen), is een bron van energie en helpt bij het behoud van de lichaamstemperatuur. Verleg geen biggen ouder dan twee dagen. Op die leeftijd hebben de biggen al een tepelrangorde vastgelegd en leidt verleggen tot meer vechten en onderbroken zuigbeurten.
Een goede, maar arbeidsintensieve aanpak is het zogenaamde alternerend zuigen. Hierbij worden eigenlijk geen biggen verlegd. De toom wordt opgesplitst in twee groepen, vaak de zwaarste en lichtste of de sterkste en zwakste, waarbij de zwaarste of sterkste biggen tijdelijk van de zeug gescheiden worden om de achterblijvers te laten zuigen.
Houd er ten slotte rekening mee dat niet of correct verleggen onvoldoende is in de aanpak van PRRS en circovirus. Ook een goede bedrijfshygiëne – bijvoorbeeld door een goede reiniging en ontsmetting van de stal of voor elke afdeling aparte kledij, schoeisel en materiaal te gebruiken – is noodzakelijk!
Deelnemen aan Biggenmonitor?
Het Sanitair Fonds ondersteunt 85 procent van de analysekosten. De typering van het PRRS-virus gebeurt volledig op kosten van het Sanitair Fonds. Voor de Biggenmonitor PRRS betaalt de veehouder slechts 195 euro, in plaats van 1.275 euro (prijzen exclusief BTW). Voor de Biggenmonitor PRRS en PCV2 betaalt men slechts 348,70 euro, in plaats van 2.355 euro (prijzen exclusief BTW). De staalname gebeurt door de dierenarts en de kosten hiervan zijn ten laste van de veehouder.
Inschrijven voor de Biggenmonitor kan via de website van DGZ: www.dgz.be/inschrijving-biggenmonitor.
Bron: Persartikel Tamara Vandersmissen – Dierengezondheidszorg Vlaanderen (DGZ) juni 2016.