Sociale duurzaamheid is een aspect van duurzaamheid dat vaak wordt vergeten. Discussies over duurzame ontwikkeling zijn vooral gericht op economische aspecten en milieuaspecten. Om tot een zo duurzaam mogelijke varkenssector te komen, moet met alle drie de trajecten naar duurzaamheid rekening worden gehouden. Initiatieven op het gebied van sociale duurzaamheid zijn gericht op diergezondheid en dierenwelzijn. Hendrix Genetics wil de weg vrij maken naar een duurzamere varkenssector en heeft al bepaalde standaarden vastgesteld om het sociale aspect van zijn varkensfokprogramma te verbeteren.
Gezondheid en welzijn van zeugen
Een van de doelstellingen voor het fokprogramma voor zeugenlijnen is het verbeteren van de sociale vaardigheden van onze zeug. Hierbij wordt gekeken hoe makkelijk de Hypor-zeug in staat is met verschillende sociale situaties om te gaan zonder (te) gestrest te worden en zonder dat dit van invloed is op haar gedrag. Voor de bedrijfsmedewerkers is het eenvoudiger om met een socialere zeug om te gaan en is deze eenvoudiger te managen gedurende de gehele productiefase. Hierdoor staat er minder druk op interacties tussen mens en dier, wat leidt tot een beter welzijn voor de zeug.
Daarnaast zijn sociale vaardigheden tussen zeugen ook van essentieel belang. Een sociale zeug past zich voor haar leeftijdsgenoten (andere zeugen) eenvoudig aan de natuurlijke hiërarchiestructuur in de groepshuisvesting aan en gaat op een positieve manier met anderen om (vecht niet, maakt vrienden tijdens het spelen).
Een andere doelstelling van ons fokprogramma die de sociale duurzaamheid van de zeug verbetert, is zorgen dat ze over de juiste eigenschappen beschikt, bijvoorbeeld dat ze voldoende spenen heeft. Het doel is gesteld op 16 functionele spenen voor elke zeug. In de fokpopulatie hebben we dat gemiddelde bijna bereikt, waarbij zeugen vaak meer dan 16 spenen hebben. Dit aantal is belangrijk om de concurrentie voor spenen te verminderen door te zorgen dat elke big een functionele speen heeft. Hierdoor hoeven ook geen pleegzeugen te worden ingezet; dit is een managementstrategie die zorgt voor een minder efficiënt gebruik van kraamhokken.
Met voldoende functionele spenen kunnen de zeugen hun nakomelingen hoogwaardig colostrum en hoogwaardige melk geven. Dit brengt ons bij de volgende indicator.
Aantallen biggen
Hyper productieve zeugenlijnen produceren te veel biggen per toom, wat leidt tot meer lagere geboortegewichten, een hogere sterfte vóór het spenen en hogere inputkosten om te zorgen dat die biggen de markt bereiken. Vanuit het perspectief van de zeug geldt dat als extra biggen niet bij een pleegzeug worden gelegd de extra druk voor melkproductie op de zeug het lastig maakt om haar lichamelijke conditie te managen voor de volgende voortplantingscyclus, wat waarschijnlijk leidt tot problemen wanneer opnieuw met haar wordt gefokt en tot een hoger ruimingspercentage. De constante drang naar meer biggen en de hierbij behorende neveneffecten zijn vanuit sociaal duurzaamheidsperspectief niet langer acceptabel.
Tot op zekere hoogte maakte Hendrix Genetics deel uit van deze ratrace, maar altijd met een evenwichtige fokbenadering. Toen ze nadachten en besluiten moesten nemen over de toekomst van Hendrix Genetics, het Hypor-fokprogramma en wat ze willen bijdragen om het wereldwijde varkensvleesprobleem op te lossen, hebben ze besloten een limiet te stellen voor het aantal biggen dat per toom wordt geboren en om ons te richten op overleving en kwaliteit van biggen.
De duurzaamheids-standaard is gesteld op 16 totaal geboren. Van hieruit willen ze het aantal doodgeboren biggen en de sterfte vóór het spenen elk tot één big beperken, waardoor ze percon toom 14 gespeende biggen overhouden. Focussen op deze duurzame toomeigenschappen bevordert ook de gezondheid en voorbereiding van de zeug voor de volgende fokcyclus en dracht.
Biggenkwaliteit
Een duidelijke indicator van biggenkwaliteit is geboortegewicht en ook de verdeling van de individuele gewichten. Hendrix Genetics heeft daarom nagedacht over het optimale niveau waarvan ze denken dat het haalbaar is en bijdraagt aan biggenkwaliteit.
Bovendien een goede start vergroot de overlevingskans gedurende het leven van een varken. Uit onderzoek is gebleken dat; in vergelijking met een big van 1 kg en 1,5 kg geldt dat voor elke afname van het geboortegewicht van biggen met 0,1 kg:
- de uitval vóór het spenen neemt toe met 3%;
- de uitval na het spenen neemt toe met 2%; en
- de kans dat de big uitgroeit tot een volwaardig vleesvarken neemt af met 2%.
Daarom leggen zein al onze productlijnen selectiedruk op het geboortegewicht van biggen. Op dit moment halen ze een gemiddelde van 1,5 kg voor onze commerciële biggen. Door het lagere sterftecijfer dat hiervan het gevolg is, groeit de sociale acceptatie. Een goede start vergroot de overlevingskans gedurende het leven.
Behalve op geboortegewicht selecteren we op lagere variatie van geboortegewichten binnen een toom. We hebben nog geen duurzaamheidsstandaard gesteld voor variatie in geboortegewicht, maar we selecteren niet op tomen met kleine biggen. Op dit moment is minimaal 90% van alle biggen binnen alle lijnen zwaarder dan 1 kg. Er zijn zelf lijnen die een score van wel 96% halen.
Duurzame varkensfokkerij
Sociale duurzaamheid is belangrijk voor aanhoudend succes van de varkenssector en biedt ook een solide basis voor sociale acceptatie en dierenwelzijn. We zijn begonnen met het stellen van duidelijke doelen voor ons Hypor-fokprogramma en zijn van mening dat dit onze bijdrage is aan ‘Better breeding today for a brighter life tomorrow’.
Bron: Hypor B.V