18 maanden nadat de Vlaamse Pietrainfokkerij belast werd met het opstarten van een testwerking voor Piétrainberen heeft VPF het resultaat van haar inspanning aan de gespecialiseerde pers voorgesteld. Vooralsnog zijn er enkel VPF-beren in de test genomen. Tegelijk geeft een interprofessioneel akkoord ondertekend door Boerenbond, ABS, FEBEV en IVB uitwerking aan een ‘onafhankelijke testwerking voor eindberen in de Belgische varkenshouderij.’ De hoop leeft dat er op termijn objectief vergelijkbare testresultaten van alle in België aangeboden eindberen beschikbaar zullen zijn.
Ter herinnering: de testwerking die vandaag in Brussel in primeur officieel voorgesteld werd is één van de resultaten van de Dialoogdagen. Het was VPF dat de eerste testbedrijven opstartte in mei 2016. Concreet gaat het om 3 gesloten varkensbedrijven die respectievelijk 300, 190 en 224 zeugen huisvesten. Van 10 geïnsemineerde zeugen op deze bedrijven worden nauwkeurig geregistreerd met welke beer de dieren gekoppeld zijn. Verder is er op dit moment reeds kraamstalinformatie van 1.696 worpen en vleesvarkensinformatie van 5.386 vleesvarkens.
De testbedrijven houden volgende gegevens bij:
- aantal levend geboren biggen;
- aantal dood geboren biggen;
- vitaliteit (middels een score);
- uniformiteit;
- genetische defecten
- werpdatum;
- gewicht levend geboren biggen;
- afleverdatum vleesvarkens;
- individuele karkasgegevens.
Hieruit worden diverse parameters berekend. U kunt ze raadplegen via onderstaande link:
www.vlaamsepietrainfokkerij.be/testwerking
De resultaten worden verkregen na een gedegen statistische analyse waarbij de parameters op een wetenschappelijk manier gecorrigeerd worden voor factoren zoals: het beereffect, de slachtdatum en het geslacht. “Uit de eerste analyse blijkt dat er per beer 130 à 150 nakomelingen nodig zijn om een voldoende kleine foutenmarge te hebben voor de schatting van de groei en de karkaskwaliteit”, liet Chris Dhondt (VPF) noteren. “Het model zal door het toevoegen van extra informatie steeds correcter en betrouwbaarder worden.”
De initiatiefnemers hopen dan ook dat finaal alle in ons land frequent gebruikte eindberen door de verantwoordelijke fokkers voor de test zullen worden aangeboden. Om de onafhankelijkheid van het verder verloop van de testwerking te waarborgen werd in het interprofessioneel akkoord overeengekomen dat het ILVO de testwerking zal coördineren. “ILVO heeft de voorbije jaren zijn deugdelijkheid in varkenshouderij-onderzoek bewezen”, liet Guy Vandepoel (lid hoofdbestuur Boerenbond) noteren. “Dat waarborgt een transparant, onafhankelijk, objectief en wetenschappelijk onderbouwd onderzoek van de afgeteste beren.”
Voorlopig zijn er voor de varkenshouder geen kosten aan dit initiatief verbonden. Dat kon voorkomen worden door Europese steun. Het interprofessioneel akkoord dat de redactie van Varkensbedrijf kon inkijken voorziet echter wel dat er vanaf 2018 ‘een kleine bijdrage’ per geslacht vleesvarken door het IVB maandelijks aan het ILVO zal worden doorgestort. In een ontwerp-tekst stond er op een bepaald moment expliciet 0,0175 euro. Genoemd bedrag werd echter niet weerhouden in de finale versie van het interprofessioneel akkoord. Het laatste woord in dit dossier is dan ook nog niet gevallen.
Het is nu uitkijken of ook andere fokkerij-organisaties hun eindberen voor deze testwerking zullen aanbieden. Dit wordt ongetwijfeld een belangrijk gespreksonderwerp op Agriflanders.
Voor het eerste rapport over de nieuwe testwerking klik Rapport Testwerking 14 dec 2016.docx.
Bron: Persconferentie VPF Brussel 20 december 2016.