Immunocastraten voederen met een laag energetisch voeder in de derde fase, vermindert de smakelijkheid van het vlees, zeggen onderzoekers van ILVO.
De verschillen in smaak, geur en waterhoudend vermogen tussen bargen en immunocastraten werden groter op laag energetisch voeder. Hoog energetisch voeder zorgde er bij de immunocastraten voor dat de vlees- en karkaseigenschappen dichter bij deze van de bargen kwamen te liggen, wat de smakelijkheid ten goede komt. De voederconversie en de groei van immunocastraten op het hoog energetisch voeder zijn beter dan op laag energetisch voeder.
De proefopzet bestond uit vier groepen: bargen en immunocastraten (n=30) die werden verdeeld over hoog en laag energetisch voeder in de derde vleesvarkensfase.
Bij de immunocastraten beïnvloedde het voeder de karkassamenstelling. De immunocastraten die hoog energetisch voeder kregen, hadden een lager vleespercentage en een hogere spekdikte dan die op laag energetisch voeder. De extra energie in het voeder werd dus omgezet naar meer vetaanzet bij de immunocastraten. Het voeder beïnvloedde de verdeling van de verschillende deelstukken in het karkas niet.
Zes ILVO-experten beoordeelden de stalen. Op het laag energetisch voeder had het vlees van immunocastraten een minder uitgesproken bakgeur en baksmaak, maar een meer uitgesproken varkensgeur, varkenssmaak en berensmaak.