Vooral de OVR-ZEUGENBEDRIJF heeft in de maand mei klappen gekregen. De marge per big duikt met bijna 8 euro omlaag. Nochtans hield de biggenprijs in Duitsland goed stand maar hier (en in Nederland) moest de prijs omlaag. Op vier maanden tijd is het verschil in biggenprijs (België-Duitsland) van 3 naar 11 euro gestegen.
Jawel, in Duitsland wordt momenteel 11 euro voor dezelfde big meer betaald dan in België. Maar de bodem voor de biggenprijzen zou bereikt zijn. Hopelijk wel, want de nullijn qua marge is terug in zicht (zie tabel).
De varkensprijzen hebben ook duidelijk hun bodem gezien en kijken terug omhoog. De vraag is goed en de ‘halve’ slachtweken zijn ook achter de rug zodat alles op volle capaciteit kan draaien.
Voor de OVR-VLEESVARKENBEDRIJF blijft het moeilijk werken. Ondanks de daling van de biggenprijzen is er nog altijd een kleine 15 euro per dier tekort. De varkens zijn té goedkoop. Wereldwijd worden zoals stilaan gekend de handelsverdragen herbekeken zodat we de juiste invloed hiervan op de mondiale handel nog niet kunnen inschatten. Varkensvlees en landbouwproducten in het algemeen worden dikwijls als pasmunt gebruikt bij compenserende maatregelen tegen bepaalde sancties. Mexico bijvoorbeeld, één van de belangrijkste afnemers van Amerikaans varkensvlees, heeft al bijkomende invoerheffingen opgelegd waardoor de Amerikaanse varkenshouders het voornaamste slachtoffer worden. Ver van ons bed, maar toch beter in het oog te houden.
Ook de graanprijzen stijgen traag maar gestaag. Zowat alle grondstoffen werden deze maand duurder zodat de OVR van juni wel eens kan tegenvallen. Alleen stijging van de varkensprijzen kan voor compensatie zorgen.
Voor de volledige berekening klik Conjunctuurbarometer mei 2018
Bron: Pol Meerschman in Varkensbedrijf juni 2018