Hoewel de drie bedrijfstypes – gesloten bedrijf, zeugenbedrijf en vleesvarkensbedrijf – nog steeds met dramatisch slechte financiële cijfers kampen, zijn er duidelijke tekenen dat de markt begint te kantelen.
Over de maand december zakte de OVR-GESLOTEN BEDRIJF tot een schamele 1,06 en we zien eenzelfde cijfer voor de OVR-ZEUGENBEDRIJF. Want hoewel de biggenprijzen de voorbije weken al seizoensmatig iets aantrokken, lag de gemiddelde biggenprijs over december slechts 0,66 euro hoger dan het gemiddelde over november. Tezamen met de opnieuw gestegen voederprijzen maakt dit dat de OVR stabiliseerde op 1,06. Ook de OVR-VLEESVARKENSBEDRIJF neemt opnieuw een flinke duik en daalt tot 1,38. Hiermee noteren de drie bedrijfstypes zowel op gebied van OVR als op gebied van marge op een langjarig laagterecord.
Drie hoopgevende signalen
Er zijn inmiddels duidelijke tekenen dat de markt begin te kantelen.
Ten eerste de aantrekkende biggenprijs onder invloed van het seizoensmatig teruglopende aanbod. Ook de hernemende export naar Zuidoost-Azië ondersteunt de vraag naar Belgische biggen (je weet wel: born & raised).
Ten tweede wordt stilaan duidelijk dat het aantal fokzeugen drastisch gedaald is de voorbije vier maanden. Alleen al in Nederland en Duitsland samen kunnen we uitgaan van een daling met 200.000 zeugen. Dit is goed nieuws voor het aanbod, en dus voor de varkensprijs … over enkele weken.
En ten derde is er natuurlijk het herwinnen van onze AVP-vrije status. Hierdoor zal België de komende weken een aantal markten kunnen gaan bedienen die meer dan twee jaar gesloten bleven voor ons varkensvlees. Dit zal een onmiddellijk en significant positief effect hebben op de vierkantsverwaarding van het varken, en dus op de varkensprijs. Voorwaarde is wel dat de coronaperikelen de slacht- en uitsnijcapaciteit niet verder negatief gaan beïnvloeden.
Voor de volledige berekening klik Conjunctuurbarometer december 2020
Bron: naar Bart Teuwen in Varkensbedrijf januari 2021