Op woensdag 29 januari gaf de Duitse Vereinigung der Erzeugergemeinschaften für Vieh und Fleisch (VEZG) het startschot van een opwaartse prijsbeweging. Die eerste week probeerde Tönnies nog roet in het eten te gooien door onveranderd te blijven, maar de Belgische slachterijen gingen wél mee in de verhoging van de varkensprijs.
Het resultaat van deze prijsrally over de voorbije 6 weken is een totale prijsstijging met 20 cent (geslacht) in Duitsland. Dit heeft alles te maken met de hoge prijzen op de varkensvleesmarkt. Het prijsniveau van de deelstukken is van dien aard dat voor de eerste verwerking het slachten van varkens financieel erg lonend is. Dit samen met een aanbod dat vooral in Duitsland opvallend klein is, maakt dat varkens erg gevraagd zijn. En dit zorgt bijgevolg voor een stijgende varkensprijs. Ondanks logistieke problemen ingevolge het coronavirus.
In de maandgemiddelden komt deze stijging van de varkensprijs nog niet echt tot uiting, terwijl de hogere voederprijzen wél duidelijk tot uiting komen (hoogste voederkost van voorbije 12 maanden!). Dit maakt dat op niveau van een gesloten bedrijf de OVR-GESLOTEN BEDRIJF daalt over de maand februari tot het laagste niveau van de laatste 7 maanden.
Typisch voor deze tijd van het jaar zijn de stijgende biggennoteringen. De biggenprijs was zelfs nooit zo hoog sinds 2006 en staat momenteel dus op een absoluut record. Dat zorgt voor een erg hoge OVR-ZEUGENBEDRIJF, in die mate dat het record van maart 2006 wellicht volgende maand zal verbroken worden.
Minder goed vergaat het de mester. De recordhoge biggenprijzen zorgen ervoor dat de OVR-VLEESVARKENSBEDRIJF daalt tot het laagste niveau van de voorbije 7 maanden. Ook het saldo gaat voor de tweede maand op rij zwaar onderuit, en is nu negatief.
Voor de volledige berekening klik Conjunctuurbarometer februari 2020
Bron: Bart Teuwen in Varkensbedrijf editie België maart 2020