Doorgaans presteert 10 procent van de biggen in een toom ondermaats. Deze biggen groeien minder goed en hebben een hogere kans op sterfte. Ze worden in de literatuur ook wel fallback pigs genoemd. In het Journal of Swine Health and Production vonden we een reeks tips om de prestaties van deze risicobiggen te verbeteren. Ze werden verzameld door wetenschappers van de Kansas State University.
Ten eerste is het belangrijk om al vóór het spenen aandacht te hebben voor risicobiggen. Dieren die in de eerste 24 uur na de geboorte niet voldoende colostrum binnenkrijgen, hebben een grotere kans op problemen tijdens hun latere leven. Daarom is het noodzakelijk om alle biggen de kans te geven zich na de geboorte te voeden. Dit kan door grote tomen op te splitsen en elke groep om de beurt bij de zeug te laten. Ook kan men tomen 12 á 24 uur na de worp herverdelen, zodat alle zeugen ongeveer evenveel biggen kunnen voeden. De kleinste biggen deelt men het best in in kleine groepen van maximaal 9. Grote biggen kunnen terecht in gemixte groepen. De leeftijd van de biggen zou wel altijd ongeveer gelijk moeten zijn. Ten slotte is het klimaat in het hok nog van belang. Idealiter is er geen tocht en is de temperatuur 22 °C.
Biggen worden steeds jonger gespeend. De overgang naar vast voeder kan dan ook veel stress opleveren bij de dieren. Daarom is het goed om minimaal 3 dagen voor het spenen al vast voeder aan te bieden. De onderzoekers raden grote korrels van 12 mm aan, omdat deze de voederopname verhogen.
Na het spenen zouden de groepen biggen gemixt moeten worden op basis van gewicht of geslacht. Als de zwakkere dieren samen in een groep gezet worden, vermindert agressie en krijgen alle biggen de kans om voldoende te eten. Ook is het van belang dat er voldoende voederbakken en drinkpunten aanwezig zijn én dat ze gemakkelijk toegankelijk zijn voor de dieren. Voeder kan aangeboden worden als pap of als korrels die op een speciale voedermat beschikbaar gemaakt worden. De ideale staltemperatuur na het spenen bedraagt 23 tot 29 °C.
Ten slotte raden de onderzoekers aan om een plaats voor intensieve zorg op te zetten voor de risicobiggen. Hier moet het klimaat droog, warm en tochtvrij zijn. Daarom kiest men het best een locatie in het midden van de stal die voorzien is van matten en hittelampen. Ook hier weer krijgt het voeden van pap of via de voedermat de voorkeur. Ten slotte zouden biggen gestimuleerd moeten worden om vier keer per dag recht te staan en te bewegen.
Samenstelling: Maarten Ceyssens – www.yumax.be
Je hebt zojuist een artikel uit vakblad Varkensbedrijf gelezen
Wil je vaker én meer van zulke artikelen lezen?
Met een abonnement op vakblad Varkensbedrijf ontvang je het laatste nieuws. Iedere editie heeft een nieuw, toepasselijk thema wat aansluit op de huidige praktijk. De uitgebreide bedrijfsreportages geven daarnaast een goed beeld van de sector. In deze reportages maak je kennis met ervaringen, toekomstvisies, vakmanschap en management van mede-varkenshouders.
Shop hier direct een jaarabonnement op de website.