Herman T’seyen runt een gesloten varkensbedrijf met 200 zeugen. Daarbij heeft hij een akkerbouwbedrijf dat geheel ten dienste staat van de voederproductie voor de varkens. Op het akkerbouwbedrijf wordt het meeste werk in eigen beheer gedaan. Aan werk geen gebrek dus en dan is het fijn dat het in de stal goed loopt. Een goede diergezondheid staat daarvoor aan de basis. Een combibehandeling voor bescherming tegen coccidiose en ijzertekort helpt hem daarbij.
T’seyen startte in 1992 met 200 zeugen. Twee jaar later bouwde hij er een vleesvarkensstal bij voor 300 vleesvarkens. In 1998 werd nog een vleesvarkensstal bijgebouwd en is het bedrijf volledig gesloten geworden. De productie ging echter navenant omhoog waardoor er alsnog biggen verkocht moesten worden. In 2009 werd het bedrijf nogmaals uitgebreid: er kwam een stal bij voor 600 vleesvarkens en een biggenstal met duizend biggenplaatsen. Het bedrijf in het Antwerpse Herenthout kan thans worden beschouwd als een standaard gesloten bedrijf. T’seyen koopt daarbij ook geen gelten aan. Met eigen grootouderdieren van Hypor doet hij zelf de aanfok. Sinds een jaar of tien hanteert de varkenshouder een vijfwekensysteem.
Voor een groot deel zelfvoorzienend
De varkenshouder verbouwt een groot deel van het voer voor de varkens zelf. Hiervoor heeft hij zeventig hectare akkerbouwgrond ter beschikking. Hierop verbouwt hij gerst, triticale, tarwe en mais. Het grootste deel van het landwerk wordt in eigen beheer gedaan. Het enige waar de loonwerker voor wordt ingeschakeld is het dorsen van het graan. “Voor het landwerk kan ik rekenen op de hulp van mijn broer. Voorheen was hij getrouwd met de tractor. Nu is hij getrouwd met zijn vrouw, maar mais planten en dorsen doet hij nog graag”, vertelt T’seyen. Het graan wordt gemalen en in sleufsilo’s ingekuild. De mais wordt als CCM ingekuild. De computergestuurde menginstallatie, die de varkenshouder graag zelf onderhoudt en optimaliseert, zorgt ervoor dat elke diergroep voeder van de juiste samenstelling krijgt. De varkenshouder laat de optimale samenstelling berekenen door Farm Nutrition Consult en koopt via deze partij ook het kernvoeder.
“In de stal moet het goed lopen”
Omdat het varkensbedrijf op vele fronten zelfvoorzienend is, is er dagelijks veel werk aan de winkel. Dan is het extra belangrijk dat het in de stal goed loopt. “Het moet gemakkelijk en vlot gaan”, vindt T’seyen. “Dat start met vitale biggen. Achterblijvers bezorgen je veel werk en het blijven achterblijvers. Ook in de meststal zie je ze terug. Een goede start is voor een big essentieel.” Het productiegetal op het bedrijf van T’seyen ligt rond de 29. “Dat kan wel hoger, maar dat kost extra arbeid. Ik vind het belangrijker dat het vlot loopt in de stal en dat de biggen vitaal zijn, dan dat ik een big meer kan spenen”, zegt T’seyen.
Vaste dierenarts op het bedrijf is Jurgen Vandenbruaene van Mervar Varkensdierenartsen uit Merksplas. Hij komt om de vijf weken op het bedrijf om te scannen en één keer in de drie maanden om de zeugen te vaccineren. Daarnaast wordt hij door T’seyen opgeroepen bij calamiteiten, maar die zijn er niet zo vaak. “De laatste keer dat er echt iets aan de hand was, was een paar maanden geleden, met een uitbraak van PRRS. Toen begonnen acht van de vijftig zeugen vlak voor de werpdatum te verwerpen. We hebben hierop ingegrepen door het aantal PRRS-entingen bij de zeugen op te voeren van drie naar vier per jaar en hebben de biggen een tijdje gevaccineerd. Bij de volgende groep waren er geen problemen meer door verwerpers en ook geen verminderde drachtigheid”, vertelt Vandenbruaene. Naast de PRRS-enting worden op het bedrijf van T’seyen de zeugen geënt tegen parvo, vlekziekte, coli, snuffelziekte en griep (drie keer per jaar). De vleesvarkens zijn een tijdje gevaccineerd tegen PRRS, maar worden inmiddels nergens meer tegen gevaccineerd. “Zelfs enten tegen mycoplasma is hier niet nodig. Dit in tegenstelling tot veel andere bedrijven. Geen aanvoer van dieren, proper werken en het all-in/all-outsysteem zorgen ervoor dat de infectiedruk zo laag mogelijk wordt gehouden. Daarbij scheelt het ook dat dit bedrijf niet in een varkensdichte streek ligt”, legt Vandenbruaene uit.
Coccidiose de kop indrukken
Een diergezondheidsuitdaging waar T’seyen en Vandenbruaene eind vorig jaar tegenaan liepen, was een vetachtige diarree bij de biggen rond dag tien. “Het resulteerde niet in sterfte, maar ging wel ten koste van de properheid. Om dit probleem aan te pakken, vroeg ik mijn dierenarts om hulp. Alles wees erop dat coccidiose de oorzaak van de diarree was. Daarom adviseerde de dierenarts mij een combinatieproduct van ijzer en toltrazuril. IJzer spuiten moet je toch. Dan is het handig dat je zonder extra werk ook meteen preventief coccidiose aan kunt pakken. Voor mij is dit ideaal zo. Je kunt ook kiezen voor bijvoorbeeld een siroopje tegen coccidiose. Maar dat betekent een extra handeling en kans op verlies en onderdosering door terugvloei. Naast goed voor arbeidsbesparing is het combiproduct daarom ook goed voor het dierenwelzijn”, vertelt de varkenshouder, die onmiddellijk resultaat zag van het middel. “De diarree bleef bij de behandelde biggen weg. De biggen zijn zwaarder en uniformer. In opzet doen ze het beter. Ik vermoed dat dit komt doordat ze in de kraamstal al beter vast voedsel opnemen, doordat ze zich beter voelen. Ze zijn gewend te eten, de darmgezondheid is beter.”
Tekst en beeld: Gerben Hofman
Iedere maand Varkensbedrijf, thuis op de mat?
Wil je het hele artikel lezen? Of de mooiste artikelen en reportages thuis op de mat ontvangen?
Met een abonnement op vakblad Varkensbedrijf ontvang je het laatste nieuws. Iedere editie heeft een nieuw, toepasselijk thema wat aansluit op de huidige praktijk. De uitgebreide bedrijfsreportages geven daarnaast een goed beeld van de sector. In deze reportages maak je kennis met ervaringen, toekomstvisies, vakmanschap en management van mede-varkenshouders.
Shop hier direct een jaarabonnement op de website.