De voornaamste ziekteverwekkers die een rol spelen in het PRDC ziektecomplex zijn viraal en bacterieel. In dit artikel gaan we verder in op de risicofactoren binnen een bedrijf die de ziekte mee in de hand kunnen werken en proberen we u hierover nog een paar praktische tips mee te geven.
Zeugen? De basis van uw bedrijf!
Heeft u ziekte bij de biggen of vleesvarkens, denk dan zeker ook eens terug aan uw zeugenstapel. De zeugen zijn in het PRDC-complex van uw biggen of vleesvarkens van belang op meerdere vlakken:
- Ze kunnen actief de ziekte overbrengen op hun biggen, dit kan voor bepaalde ziektes zelfs voor de geboorte gebeuren (daarbij denken we onder andere aan PRRS en PCV2) en zeker ook na de geboorte kunnen zeugen verschillende kiemen uitscheiden richting hun biggen.
- Verder geeft de zeug ook bescherming door aan haar biggen via de biest. Een beter beschermde zeug zal dus ook betere biest verstrekken aan de biggen. Belangrijk is dan ook dat die biest goed verdeeld wordt tussen haar vaak groter wordende tomen van biggen. De vuistregel blijft: bij grote tomen is split-suckling een must voor minimaal de eerste dag. Hierbij worden om de drie à vier uur de biggen met de meeste opname (dikke buikjes, makkelijk te voelen door de biggen aan hun buik op te nemen) apart gelegd in een warme omgeving, zodat de overige biggen vlotter hun biest kunnen opnemen. Weten of dit op uw bedrijf goed loopt? Dat kan met de BiestCheck, voor meer info neemt u contact op met uw bedrijfsdierenarts.
- Een cruciale factor in de zeugenstapel is de opfok van de jonge zeugen. Zeer belangrijk om deze zeugen een voldoende lange periode van quarantaine te geven. Dit is mede afhankelijk van het al dan niet inkopen van zeugen en hun vaccinatiestatus bij aankomst in de quarantaine. Voorzie minimaal 6 weken (‘quarant’ = 40, verwijzende naar 40 dagen) om ze correct te vaccineren, daarna in contact te brengen met bedrijfseigen kiemen (‘adaptatie’) en daarna de tijd te geven om tegen dit alles te reageren om zo niet verder uit te scheiden (‘cool-down’), voor u ze inbrengt in de zeugenstapel. Voor het PRDC is het belangrijk om in deze adaptatie de gelten kauwtouwen te verstrekken vanuit doorgaans de biggenbatterij, zodat zij gericht immuniteit kunnen opbouwen tegen wat speelt op uw bedrijf. Op vandaag moeten we vaststellen dat deze quarantaine vaak veel te kort verloopt, met vaak grote gevolgen.
- Verder kunt u het risico op problemen met de gelten verkleinen door steeds vanuit dezelfde origine aan te kopen en de gezondheid status van die origine te kennen en op te volgen, om zo uw quarantainebeleid er op aan te passen.
Eigen opgebouwde immuniteit
Een gezond dier met een goede weerstand kan veel ziektekiemen verdragen zonder ervan ziek te worden. Ze leven in vrede samen met elkaar (drager). Zoals we reeds in vorige nieuwsbrieven konden lezen kunnen bepaalde ziektes ook op zich de weerstand voor andere ziektes aantasten, waardoor het PRDC in zijn volle hevigheid kan gaan doorbreken.
Naast bescherming via de biest, is het voor verschillende aandoeningen mogelijk om via vaccinatie de weerstand van het dier voor een bepaalde ziektekiem te versterken. Bekijk na een correcte diagnostiek tegen welke ziektekiemen u uw varkens het best beschermt via vaccinatie.
Contacten beperkten!
We herinneren ons nog allemaal de coronaperiode: één van de factoren in het plan van aanpak was het beperken van onze contacten. Dit is bij onze dieren niet anders. Hoe meer contacten onze biggen met elkaar hebben en hoe meer deze variëren, hoe meer kans op ziekte overdacht.
Het is dus beter om de biggen zo weinig mogelijk te mengen bij het verhokken van kraamstal naar batterij en van batterij naar de vleesvarkensstal. Daarnaast is de densiteit van groot belang: daalt de densiteit, dan daalt ook de intensiteit van de contacten. Onze gemiddelde productie per zeug stijgt en daarbij vaak ook de densiteit in de stallen. Zinvol om hierover kritisch na te denken, zeker als uitbreiding vaak niet mogelijk is.
Naast het mengen binnen één leeftijd, is ook het scheiden van de leeftijden van belang om de ziektes die circuleren in één bepaalde leeftijd niet over te dragen naar andere leeftijden. Het makkelijkst is werken met een kleursysteem in de gang per diercategorie (die u kan doortrekken in materiaal en kledij) en/of het werken met fysieke barrières, waardoor we telkens bewust zijn van de nieuwe zone. Het belangrijkste aspect hierin is het all-in all-out principe, waarbij u geen restdieren van de vorige groep gaat plaatsen bij de volgende groep.
Allemaal makkelijker gezegd dan gedaan, dat begrijpen we. Vaak zien we graag uniform getrieerde groepen dieren in onze stallen. Denk er echter aan: heeft u last van respiratoire problemen, dan is extra aandacht aan deze maatregelen vaak goud waard!
Bij contacten denken we vaak aan deze die we zien in de stal, namelijk dier tot dier, maar er kan ook ongewenst contact zijn met mest (en bevuilde materialen). Bepaalde ziektes zoals PRRS en PCV2 verspreiden zich via mest en een goed externe bioveiligheid spelen dus hierin ook een belangrijke rol om nieuwe stammen buiten te houden. Denk hier dan vooral aan laad- en losplaatsen, eigen mestbuizen en zo meer. Echter ook goede reiniging en ontsmetting binnen uw stal, zorgt ervoor dat het contact van de ene groep naar de andere zo beperkt wordt.
Stalklimaat
Vooreerst: tocht valt niet te onderschatten. U moet rekenen dat de dieren naakt in de stal zitten, dus koude lucht die rechtstreeks op je dieren valt is zeer nefast voor hun comfort en gezondheid. Dit kan vanuit kieren zowel in de muur, als tussen de hokafscheiding (indien de lucht vanuit het gangpad verdeeld wordt). Het wordt kouder, dus sowieso wordt er minder geventileerd dan in de zomer. Het is daarbij dan ook cruciaal om de inlaat wat te snoeren, mede om tocht te vermijden.
Hoeveel inlaat u precies nodig hebt varieert naargelang het ventilatiesysteem, maar u kan als vuistregel wel nemen dat 2 cm2 inlaat per m3 geventileerde lucht in de winter vaak meer dan voldoende is. (Per uitzondering bij de opening in de deur bij deurventilatie – zeker met smalle gangen – eerder 3 cm2 inlaat per m3). Wilt u hierover specifieke info, neem dan zeker contact op met uw installateur.
Virussen verspreiden makkelijker via de lucht dan bacteriën, die dan op hun beurt eerder overgedragen worden door direct (neus-neus) contact. Denken we aan verspreiding via de lucht, dan denken we aan de stallucht. Ventilatie is nodig om ook de ziektedruk te verlagen in de stal. Dit zien we ook bij de mens optreden, in de wintermaanden is er vaak ook meer ziekte, mede omdat de kiemen makkelijker kunnen overslaan van mens op mens indien we samen binnen hokken.
Minder ventileren dan nodig in een koude periode om de temperatuur zo makkelijker op pijl te houden in de stal heeft dus tot gevolg dat de ziektedruk gaat stijgen in de stal. Denk daarbij ook aan de manier van opwarmen: via verbranding wekt u verbrandingsgassen op en neemt u de zuurstof weg in een stal, wat terug ten koste gaat van de dieren. Als u dan nog eens minder gaat ventileren, dan lopen de problemen nog verder op.
Conclusie
In dit artikel concentreren we ons op enkele praktische tips. Om PRDC gericht aan te pakken, kunt u best de tijd nemen om uw bedrijf te laten analyseren door uw bedrijfsdierenarts, eventueel met ondersteuning van één van onze dierenartsen bij HIPRA. Want het eigenlijke advies ‘op maat’ blijft afhankelijk van de aanwezige ziektekiemen en de bedrijfssituatie.
Bron: HIPRA