Het Institut National de la Recherche Agronomique (INRA), het Franse toonaangevende onderzoeksinstituut op vlak van voeding, publiceerde onlangs in haar Inra Productions Animales (volume 26, nummer 3) een update met betrekking tot de aminozuurbehoefte voor biggen. Ongeveer gelijktijdig verscheen in het Journal of Animal Science een evaluatie van de koper-, ijzer-, mangaan- en zinkgehaltes voor vleesvarkens door het National Research Council (NRC), de Amerikaanse tegenhanger van het INRA.
Waarom is het precies van belang om de behoefte aan aminozuren in kaart te brengen? Aminozuren vormen de bouwstenen van eiwitten. Tijdens de spijsvertering worden eiwitten in het voeder afgebroken tot aminozuren. Die aminozuren worden door het lichaam vervolgens opgenomen en opnieuw gebruikt als bouwsteen voor de aanmaak van eiwitten in het lichaam, kortom vlees of groei. Wanneer men de behoefte aan aminozuren juist kan inschatten, kan men dus ook de groei van de biggen optimaliseren.
Om de juiste behoefte te kennen, combineerde INRA onderzoeksresultaten van verschillende Europese onderzoeksinstituten met een recent uitgevoerd, eigen onderzoek. Dit gaf aanleiding tot nieuwe normen en praktische adviezen in verband met het aminozuurprofiel bij biggen. Het rapport werd opgesteld in het licht van de verdere reductie van ruw eiwit in speenvoeders. De verlaging van het ruw eiwitgehalte heeft positieve gevolgen voor de darmgezondheid en werkt bovendien kostprijsverlagend.
Bij de afbraak van eiwitten in het verteringsstelsel van de big, komen naast aminozuren ook schadelijke afvalstoffen vrij. Het zijn deze laatste die een negatieve impact op de darmgezondheid veroorzaken. Door het gehalte aan ruw eiwit in het biggenvoer te verlagen, maar toch de nodige aminozuren toe te voegen, worden de schadelijke afvalstoffen vermeden, maar heeft de big toch voldoende aminozuren om optimaal te groeien. De limiterende aminozuren voor groei zijn valine, isoleucine, leucine en histidine. De aanbevolen hoeveelheid bedraagt respectievelijk 70, 52, 101 en 31 procent van de hoeveelheid darmverteerbaar lysine. Het ideale aminozurenprofiel voor biggen volgens het INRA kan geraadpleegd worden in het oorspronkelijke werk.
In een onderzoek dat verscheen in het Journal of Animal Science werden 222 varkens gemonitord vanaf 24 kg tot het slachtgewicht van 115 kg. De dagelijkse groei, voederconversie, karkaskwaliteit en bloedwaarden werden onderzocht. De resultaten toonden aan dat er in een klassiek voeder op basis van maïs en soja voldoende micro-elementen (koper, ijzer, mangaan en zink) aanwezig zijn om te voldoen aan de behoefte voor groei en bloedwaarden. Hoewel er geen effect werd gezien bij het weglaten van de gebruikelijk toegevoegde micro-elementen, wordt 50 procent van de NRC-norm uit 2012 aan koper, ijzer, mangaan en zink aanbevolen.
Het praktische voordeel van de verlaging van bepaalde aminozuren en mineralen blijft voor de Belgische varkenshouder wellicht eerder beperkt omwille van de gesloten formulering die door de meeste voederfabrikanten wordt gehanteerd.