Hokverrijking wordt vaak gezien als een must. In Nederland controleert de NVWA erop. Vlaamse varkenshouders kunnen rekenen op het kritische oog van inspecteurs van de FAVV, die het aspect meenemen in hun rondes. Nu de verplichting om de staart aan het varken te laten steeds dichterbij komt, wordt het belang van goede hokverrijking nog groter. Maar niet alleen voor de lange staart is hokverrijking belangrijk. Ook op de technische resultaten kan hokverrijking positief werken.
Hokverrijking is bedoeld om het welzijn van de varkens te verbeteren. Het kan ervoor zorgen dat varkens hun natuurlijke gedrag, zoals wroeten en onderzoeken, kunnen uitoefenen. Dit kan stress en agressie in het hok voorkomen. Verwondingen door staart- en oorbijten komen daardoor minder voor.
Varkenshouders moeten sinds 2003 hokverrijking aanbieden op basis van Europese richtlijnen. De eisen die aan hokverrijking worden gesteld, gelden dus voor alle varkenshouders binnen de EU. Hokverrijking is al twintig jaar gemeengoed in de EU, maar krijgt de afgelopen jaren meer aandacht van Nederlandse en Vlaamse varkenshouders. Dit mede doordat de varkenssector toewerkt naar varkens met intacte staarten. In Nederland mogen vanaf 2030 staarten van varkens niet meer gecoupeerd worden.
Hokverrijking was dan ook één van de onderwerpen op het webinar dat de Nederlandse Coalitie Vitale Varkenshouderij (CoViVa) 21 november organiseerde. Dit was het vierde webinar in de serie webinars die de Coalitie houdt om varkenshouders en adviseurs mee te nemen op weg naar de lange staart. Tijdens dit webinar schoof Marko Ruis van Wageningen University & Research (WUR) en Hogeschool Van Hall Larenstein aan. Ruis is onderzoeker en trainer dierenwelzijn en diergezondheid. Ruis doet al bijna dertig jaar onderzoek voor WUR en heeft vooral de laatste jaren veel expertise opgedaan over hokverrijking. Hij merkt dat de gesprekken tussen varkenshouders en inspecteurs van de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit niet altijd lekker lopen als het gaat om hokverrijking. “Het is een lastig onderwerp dat moeilijk bespreekbaar te maken is, vooral vanwege de wettelijke verplichting dat varkens permanent moeten beschikken over voldoende materiaal om te onderzoeken en te manipuleren. Hierbij kan dan voorbij worden gegaan aan het doel van hokverrijking: reduceren van ongewenst bijtgedrag door tegemoet te komen aan de exploratiebehoefte van varkens. Ook kan hokverrijking in een aantal andere behoeften van varkens voorzien, en is er veel meer winst te behalen voor varken en veehouder. Hier zou meer aandacht voor moeten zijn. Dan blijven we ook minder in de ‘moeten-sfeer’ hangen. Mede daarom zijn de Kennis op Maat-projecten rondom hokverrijking opgezet, gefinancierd vanuit de kennis- en innovatieagenda (KIA) landbouw, water, voedsel. Hierin trekken kennisinstellingen WUR en VKON samen op met varkenshouders, dierenartsen, groene opleidingen en toeleveranciers”, vertelt hij.
Hokverrijking in relatie tot bijtgedrag
Met alleen hokverrijking voorkom je staartbijten lang niet altijd. Factoren als voeding, stalklimaat, management en genetica spelen allemaal een belangrijke rol. Alles moet kloppen in de stal. Een verstopte drinknippel of een storing in het voersysteem kunnen al een trigger zijn voor bijtgedrag. Verrijkingsmateriaal is wel één van de belangrijkste aspecten om ontsporend gedrag zoals staart-, oor- en flankbijten te voorkomen of te bestrijden. Hokverrijking voorziet in de grote behoefte van varkens om in materiaal te wroeten, te kauwen en te bijten. Als ze onvoldoende met materiaal bezig kunnen zijn, kan dit bijdragen aan het ontstaan van bijtgedrag dat zich richt op soortgenoten. Zijn er problemen met (staart)bijten dan is het tegengaan van verveling veruit de meest effectieve maatregel op de korte termijn. Dit omdat tijdens een staartbijtuitbraak de behoefte nog groter wordt om met hokverrijking bezig te zijn. Met efficiënt en in voldoende grote hoeveelheden aanwezig hokverrijkingsmateriaal kan verdere escalatie worden tegengaan. Hokverrijking fungeert hiermee als vangnet. Het is dan belangrijk te achterhalen of er naast hokverrijking andere factoren zijn die mogelijk de oorzaak zijn van het ontstane bijtgedrag”, vertelt Ruis.
Meer dan alleen materialen
Als het om hokverrijking gaat, denken we vaak aan materialen. Maar volgens Marko Ruis bestaat hokverrijking uit meer dan alleen fysieke materialen. “Het gaat ook om zintuigelijke verrijking. Bijvoorbeeld geur, geluid en kleur.” Varkens houden van complexiteit, van uitdagingen. Ze zijn niet zo zeer op zicht ingesteld, maar meer op geur en gehoor. Ze zien primair maar twee kleuren: groen en blauw. Ze zien vooral licht-donkercontrasten. Schuurmogelijkheden zijn ook belangrijk voor varkens; dit is een belangrijk ingrediënt van zelfverzorging. Het varken wil zichzelf beschermen tegen jeuk of irritaties van de huid door beschadigingen of externe parasieten. Een varken voelt met de tastzenuwen in onder andere de huid en de snuit. Geluid is ook belangrijk. “Een varken hoort stukken beter dan een mens. Ze schrikken ook eerder van geluiden, met name de hoogfrequente geluiden die wij niet horen. Dat kan stress geven. Met een radio kun je ze laten wennen aan geluiden. De radio kan ook andere geluiden maskeren. Het beste is in de stal een zender te kiezen waarop afwisselend muziek gespeeld wordt en gepraat.” Volgens Ruis kun je met de radio ook veel fout doen. “Niet harmonieuze muziek en muziek met snelle ritmes en hoge tonen kunnen averechts effect geven.”
Vroeg beginnen
Ruis vertelt dat het belangrijk is op tijd te beginnen met hokverrijking om het ontstaan van bijtgedrag te voorkomen. “Al in het kraamhok kan staart- en oorbijten ontstaan, zij het subtiel. Mijn advies is om de big daar al de mogelijkheid te geven om te onderzoeken en te manipuleren. Je creëert ook gezamenlijk spelgedrag. Dat is goed voor het ontwikkelen van sociale vaardigheden. Dan is later het risico op staartbijten kleiner.” Ruis vertelt dat ook dat biggen die in het kraamhok kleine, manipuleerbare en wroetbare hokverrijking hebben gehad, na het spenen sneller vast voer opnemen en in de eerste week na spenen een hogere groei laten zien.
Wat levert het op?
Goede hokverrijking is niet alleen zinvol omdat het moet en omdat het bijtgedrag kan voorkomen. Volgens Ruis gaan varkens er ook beter door presteren doordat er tegemoet wordt gekomen aan meerdere behoeften. “In de natuur hebben varkens allerlei materialen waar ze van alles mee doen. Bijvoorbeeld takken en bladeren om een nest mee te bouwen. Als ze dat doen, gaat het oxytocinegehalte in het bloed omhoog. Daardoor kan afbiggen beter gaan en de biestgift gaat beter. Biggen hebben zo een betere start. Door in het kraamhok jutezakken beschikbaar te stellen, kan de zeug het nestgedrag nabootsen. Verkleumen van biggen door natte jutezakken moet wel worden voorkomen. Ook verderop in de ronde kan verrijking positief werken op de dierprestaties. Een rijkere omgeving zorgt voor minder stress. Dit heeft ook weer effect op het immuunsysteem. De dieren worden minder snel ziek en herstellen ook sneller. Geef je eetbaar afleidingsmateriaal, dan zitten daar vezels in. Die helpen de darmgezondheid te stimuleren. Daardoor blijven je dieren gezonder, voorkom je stress en zo ook weer bijtgedrag”, aldus de onderzoeker.
Wat maakt hokverrijking geschikt?
Goede hokverrijking is veilig, eetbaar, kauwbaar, onderzoekbaar, manipuleerbaar, interessant, vernieuwend, bereikbaar, beschikbaar en schoon. In de praktijk moet hokverrijking aan al deze eisen voldoen. Om dat te bereiken is meestal een combinatie van minimaal twee hokverrijkingsmaterialen nodig (zie kader). Over de positie en plaats van het materiaal in het hok moet goed worden nagedacht. Zo moet een varken er makkelijk bij kunnen. Een varken onderzoekt en wroet met de neus naar beneden. Hoger hangend afleidingsmateriaal is daarom niet ideaal. “Touw is een mooi product als hokverrijking”, vertelt Ruis. “Maar dan is het wel belangrijk dat een deel op de vloer ligt. Dan kunnen de varkens deze manipuleren. Maar vaak wordt dit niet gedaan om het touw schoon en langer heel te houden.” De ideale plek voor verrijkingsobjecten in het hok is in elk geval weg van de rustplek en de mestplek. Dit om varkens tijdens het rusten en mesten niet onnodig te storen.
Ruis adviseert varkenshouders die hun hokverrijking willen optimaliseren om eerst kleinschalig verschillende materialen en combinaties uit te proberen en te kijken wat werkt voor hun situatie.
Voorbeelden van hokverrijkingsmateriaal
Het Vlaamse ILVO bracht verschillende hokverrijkingsmaterialen en hun voor- en nadelen in kaart. Hierbij een overzicht.
- Knabbelhout
Knabbelhout voldoet aan alle eisen die aan hokverrijkingsmateriaal worden gesteld. Qua arbeid en kostprijs scoort het gemiddeld. Het ILVO adviseert zachte, verse, ongebruikte takken te gebruiken, materiaal dat niet gemakkelijk versplintert en niet behandeld is of toxisch. Het hout kan worden bevestigd in een houder of buis aan de hokwand op maximaal snuithoogte. Belangrijk is te voorkomen dat het hout in de mestput terechtkomt.
- Stro
Stro voldoet aan alle eisen die gesteld worden aan hokverrijkingsmateriaal. Op gebied van arbeid en kostprijs scoort het bovengemiddeld. ILVO adviseert stro te gebruiken dat vrij is van schimmels en stof. Een kleine hoeveelheid stro, tweehonderd gram per dag per vleesvarken, zorgt ervoor dat het bijtgedrag vermindert. Naast lang of gehakseld stro is er ook stro via tabletten of pellets beschikbaar. Wat belangrijk is om te weten is dat er bij een controle altijd stro of resten van stro aanwezig moeten zijn in het hok.
- Plastic bal
Een plastic bal voldoet niet aan alle eisen voor hokverrijkingsmateriaal, het volstaat dus niet als enig hokverrijkingsmateriaal. ILVO adviseert naast de bal ook meer geschikte materialen als jute, natuurlijk touw en/of stro beschikbaar te stellen. De plastic bal scoort op arbeid en financieel gebied laag. Wel moeten de plastic ballen regelmatig gereinigd en ontsmet worden want ze mogen niet bevuild zijn.
- Touw
Touw voldoet bijna aan alle hokverrijkingsmateriaal eisen, het is alleen niet eetbaar. Het is wel belangrijk alleen natuurlijk touw, zoals sisal of katoen, te gebruiken. Synthetisch touw mag niet worden gebruik wegens het risico op darmverstoppingen. Voor arbeid en het financiële plaatje scoort touw laag tot onder gemiddeld. Bij voorkeur kun je het touw aan de hokwand of een ketting hangen, en vergeet niet het materiaal regelmatig te vervangen of verlengen. ILVO geeft als tips om af en toe een knoop in het touw te leggen om uitrafeling te vertragen.
- Bijtketting
Ook de bijtketting voldoet niet aan alle eisen en volstaat op zichzelf niet als verrijkingsmateriaal in een hok. Een ketting met zachte vervormbare rubber of kunststof met dezelfde eigenschappen zijn nog wel toegestaan als minimaal verrijkingsmateriaal. Qua arbeid en kostprijs scoort een bijtketting laag. Als je een bijtketting in de stal ophangt, moet je er wel bewust van zijn dat een ketting weinig verrijking biedt en dus minder bijdraagt aan het voorkomen van bijtgedrag. Voor gebitsverzorging is een ketting wel belangrijk.
- Jutezak
Een jutezak voldoet aan bijna alle eisen voor hokverrijkingsmateriaal. De kosten op gebied van arbeid en kostprijs zijn gemiddeld. De jutezak kan bevestigd worden aan de kraambox of hokafscheiding ter hoogte van de kop van de zeug. Bij voorkeur hangt de jutezak tot aan de grond zodat de zeug wroetbewegingen kan maken en de biggen er ook toegang tot hebben. ILVO geeft als tip mee om eventueel de (resten van) de jute zak bij het spenen mee te geven met de biggen om stress te verminderen. Vergeet niet om het materiaal te vervangen na elke ronde.
- Ruwvoer
Ruwvoer voldoet aan alle eisen die gesteld worden aan het verrijken. Het is belangrijk om regelmatig voldoende hoeveelheden te geven. Ook moet er steeds, apart van het voer, ruwvoer beschikbaar zijn. Dat betekent dus dat er altijd recente sporen van ruwvoer beschikbaar moeten zijn. Op het gebied van arbeid en kostprijs scoort ruwvoer bovengemiddeld. ILVO geeft als tip om ruwvoer beschikbaar te stellen in een ruif, voederbak of container met opening.
- Bijtkogel
Een bijtkogel voldoet niet aan alle eisen. Dit betekent dat ook een bijtkogel niet als enige volstaat als hokverrijkingsmateriaal. Gebruik dus naast de ketting ook meer geschikte materialen, zoals jute, touw en/of stro. Goed om te weten is dat een bijtkogel weinig verrijking biedt en het bijtgedrag niet vermindert. Ook zou je de bijtkogel kunnen vervangen door een rubber speeltje dat ook kauwbaar is.
Tekst: Selina Rolvink en Gerben Hofman
Beeld: WUR
Je hebt zojuist een artikel uit vakblad Varkensbedrijf gelezen
Wil je vaker én meer van zulke artikelen lezen?
Met een abonnement op vakblad Varkensbedrijf ontvang je het laatste nieuws. Iedere editie heeft een nieuw, toepasselijk thema wat aansluit op de huidige praktijk. De uitgebreide bedrijfsreportages geven daarnaast een goed beeld van de sector. In deze reportages maak je kennis met ervaringen, toekomstvisies, vakmanschap en management van mede-varkenshouders.
Shop hier direct een jaarabonnement op de website.