?Mevrouw, Mijnheer,
De hervorming van het ondernemingsrecht bracht wijzigingen mee in de btw-reglementering. Alle vennootschappen, met of zonder rechtspersoonlijkheid, worden voortaan uitgesloten van de forfaitaire regeling. De toepassing van de forfaitaire regeling is bijgevolg vanaf 01.01.2020 enkel nog mogelijk voor belastingplichtigen die fysieke personen zijn.?
Met dit laconieke berichtje informeerde de btw-administratie een aantal ondernemers over de gewijzigde btw-wetgeving. Ook een aantal varkenshouders kregen deze brief. Waarover gaat dit en hoever reiken de gevolgen voor onze sector?
De forfaitaire btw-regeling is niet gelijk aan de bijzondere btw-landbouwregeling.
Laat ons beginnen met een misverstand uit de weg te ruimen. Ook al spreken landbouwers soms over hun forfaitaire btw-regeling, de juiste omschrijving van het bijzonder landbouwregime zoals vastgelegd in artikel 57 van het btw-wetboek en het Koninklijk Besluit nr. 22 is ?BIJZONDERE REGELING VOOR LANDBOUWONDERNEMERS?. ?De essentie van dit regime bestaat erin dat landbouwers niet onderworpen worden aan een aantal administratieve verplichtingen en geen btw afdragen op hun verkopen maar er ook geen terugtrekken op hun aankopen. De btw die een landbouwer betaalt op aankopen wordt hem op een forfaitaire wijze terugbetaald via een wettelijk vastgelegd compensatiepercentage (6 procent) dat hij mag aanrekenen op zijn verkopen.
De forfaitaire regeling waarover sprake in hoger vermeld bericht is met andere woorden niet van toepassing op gewone landbouwers. Deze regeling vastgelegd in artikel 56 van het btw-wetboek betreft voornamelijk slagers, bakkers, kappers, caf?houders, kleinhandelaars in zuivelproducten en melkventers, frituurexploitanten, consumptie-ijsbereiders, apothekers, ? Op basis van de marges die in die sectoren van toepassing zijn dient op een forfaitaire wijze btw te worden afgedragen. Het is voor deze groep van btw-belastingplichtigen dat door de wet van 30 juli 2018 de toepassingscriteria worden verstrengd.
Wie wordt vanaf 1 januari 2020 uitgesloten van de forfaitaire btw-regeling?
Vennootschappen, al dan niet met rechtspersoonlijkheid, worden vanaf 1 januari 2020 uitgesloten uit het toepassingsgebied van de forfaitaire regeling. Dit geldt niet alleen voor vennootschappen met rechtspersoonlijkheid zoals de Vennootschap Onder Firma, Commanditaire Vennootschap of de Besloten Vennootschap, maar ook voor vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid zoals de maatschap (ook wel samenuitbating genoemd). Een andere voorwaarde om de forfaitaire regeling nog te kunnen gebruiken is dat de omzet op jaarbasis niet hoger mag zijn dan 750.000 euro.
Deze beide voorwaarden gelden dus niet voor de bijzondere btw-landbouwregeling. Wel moeten vennootschappen erkend zijn als landbouwonderneming in het kader van het nieuw wetboek vennootschappen en verenigingen. Op 1 mei bestaande landbouwvennootschappen zijn automatisch erkend, andere vennootschappen moeten een erkenning als landbouwonderneming aanvragen. Voor maatschappen (vennootschappen zonder rechtspersoonlijkheid) is er geen probleem. Zij kunnen ook zonder erkenning blijven gebruikmaken van deze regeling.
Zijn er ook gevolgen voor varkenshouders?
Sommige varkenshouders maken ook gebruik van een forfaitaire btw-regeling, namelijk wanneer ze een bijkomende activiteit hebben op hun bedrijf waarvoor een forfaitaire regeling bestaat. Dit kan het geval zijn bij verkoop van vlees op de hoeve. De landbouwactiviteit valt dan onder de bijzondere landbouwregeling en wordt gecombineerd met de forfaitaire regeling voor de bijkomende activiteit, waardoor extra btw wordt afgedragen.
Dergelijke varkenshouders die hun bedrijf als maatschap uitbaten (ouder+kind, broer+zus, ?) ontvingen hogervermelde brief en verliezen dus de mogelijkheid om nog de forfaitaire regeling te gebruiken. Zij worden dan verplicht om voor hun hele bedrijf de normale regeling te volgen, tenzij de bijkomende activiteit een omzet van minder dan 25.000 euro betreft. In dit geval kan immers nog de kleine ondernemingsregeling in combinatie met de bijzondere landbouwregeling worden toegepast.
Besluit
Dat vennootschappen (ook maatschappen) uitgesloten worden van de forfaitaire btw-regeling heeft slechts zeer uitzonderlijk betrekking op een varkensbedrijf.
Voor de bijzondere btw-landbouwregeling verandert er voor gewone varkenshouders met een maatschap niets.
Voor nieuw-opgerichte vennootschappen met rechtspersoonlijkheid wordt de erkenning als landbouwonderneming van groot belang. Alleen de erkende vennootschappen (VOFLO, CommVLO, BVLO) kunnen de bijzondere btw-landbouwregeling behouden.
Bron: naar Paul Van Der Schueren – DLV accountants