Met de mestaangifte inventariseert de Mestbank het verleden. In 2018 is het, nog meer dan vroeger, belangrijk om ook de nieuwe verplichtingen voor dit jaar er bij te nemen.
Het is immers noodzakelijk om voor 15 februari een keuze te maken met welke mestsamenstelling gewerkt zal worden in 2018. Deze keuze moet per mestsoort en per exploitatie gemaakt worden. En opgelet: de keuze is niet geïntegreerd in de mestaangifte maar moet apart opgegeven worden in het Mestbankloket.
Bekijk zeker en vast ook:
– welke nieuwigheden er zijn in de mestaangifte;
– of jouw bedrijf in 2018 een focusbedrijf is en welke maatregelen hier eventueel aan gekoppeld zijn;
– hoe nieuwe fosforstalen besteld moeten worden.
Zo is het moment van de aangifte meer dan enkel een terugblik op het afgelopen jaar.
Nieuw in de mestaangifte: specifieke bevraging van het gebruik van combiwassers en de opslagmethode van de spui van een biologische luchtwasser
De Mestbank vroeg in het verleden steeds de nodige gegevens (tellerstanden, debieten, analyses, e.d.) op van een biologische of een chemische luchtwasser. Nieuw voor de mestaangifte van dit jaar is dat ze deze bevraging ook expliciet doen voor combiwassers (hetzij in een biologische-chemische combinatie, hetzij in een chemisch-biologische combinatie). Bijkomend wordt ook de expliciete vraag gesteld of de spui van een biologische luchtwasser apart dan wel samen met de dierlijke mest wordt opgeslagen. Spui van een chemische luchtwasser moet sowieso apart worden opgeslagen.
Status focusbedrijf 2018 via het Mestbankloket
Elk jaar opnieuw wordt de status van elk landbouwbedrijf als focusbedrijf of niet-focusbedrijf bepaald. Aan deze status zijn ook maatregelen gekoppeld die toegepast moeten worden. In principe zullen deze gegevens vanaf einde januari 2018 raadpleegbaar zijn in het mestbankloket. Het is heel belangrijk om deze te bekijken. Indien deze status volgens jou niet correct is, kan hiertegen bezwaar ingediend worden uiterlijk tegen 15 maart.
Vanaf 1 januari 2018 nieuwe werkwijze voor het aanvragen van een nieuwe fosfaatklasse
De nieuwe werkwijze houdt in dat je eerst een aanvraag bij de VLM moet indienen alvorens je stalen mag laten nemen. Deze aanvraag moet bovendien online gebeuren via een nieuwe toepassing op het Mestbankloket: de StaalName-applicatie, kortweg ‘SNapp’.
Via deze applicatie in het Mestbankloket kunnen de percelen aangeduid worden waarvoor een nieuwe fosfaatklasse aangevraagd moet worden. Tegelijk moet er een erkend laboratorium gekozen worden om de percelen te bemonsteren. Via SNapp wordt de aanvraag dan automatisch doorgestuurd naar het laboratorium. Na de bemonstering bezorgt het laboratorium de resultaten automatisch aan de Mestbank en is de klassetoewijzing van de aangeduide percelen te raadplegen in SNapp.
Bodemstalen die genomen werden voor 1 januari 2018, konden nog niet vooraf aangemeld worden in SNapp. De bodemanalyses van die bodemstalen (maximaal 5 jaar oud) kunnen nog ingediend worden via het vroegere systeem via een aanvraagformulier. Bij dat formulier, moet het verslag van de bodemanalyse toegevoegd worden en ook een kopie van de luchtfoto (van de verzamelaanvraag van het jaar van staalname) waarop het perceel aangeduid wordt.
De klassetoewijzingen en de eventuele financiële tegemoetkomingen voor bodemanalyses die ingediend worden via de papieren aanvraagformulieren, gebeuren niet meer tussentijds, maar allemaal samen op het einde van het jaar.
Bedrijfsdoorlichtingen door de Mestbank
De Mestbank zet veel meer in op risicoanalyse van bedrijven om gericht te gaan controleren. Een aantal bedrijven zijn in de loop van 2017 doorgelicht door de Mestbank. Deze doorlichting houdt meer in dan een louter administratieve controle van de mestbalans. De Mestbank controleert de aanwezige meststromen en de mestvolumes, aan de hand van eventuele diertellingen en het bepalen van stockvolumes e.d. wordt er een inschatting gemaakt van de bedrijfsrealiteit.
Indien na een doorlichting wordt vastgesteld dat een landbouwer de geproduceerde dierlijke mest of de ontvangen meststoffen in een bepaald productiejaar niet heeft afgezet conform de bepalingen van het Mestdecreet kan er o.a. een administratieve geldboete voor worden opgelegd. De hoogte van de boete verschilt naargelang de soort mest die niet correct werd afgezet. In regel zijn deze boetes ook (veel) hoger in vergelijking met voorheen.
Bron: Jan Meykens (SBB Accountants & Adviseurs) in Varkensbedrijf februari 2018