Het koninklijk besluit van 1 juli 2014 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor varkens en tot vaststelling van de toelatingsvoorwaarden voor varkensbedrijven gepubliceerd op 11 juli 2014 treedt in werking op 1 januari 2015. Het beschrijft de regels voor het identificeren en het registreren (I&R) van varkens en de voorwaarden voor het houden van varkens. Het vervangt het gelijkaardige besluit uit 1995. Het FAVV zet even de puntjes op de i.
De regels over het identificeren van varkens bestaan al sinds 1995 en de principes ervan wijzigen niet. Het nieuwe besluit komt onder meer tegemoet aan de vraag van de sector naar meer mogelijkheden voor het gebruik van gekleurde oormerken en van slachtoormerken. De bestelling van oormerken gebeurt nog steeds via de erkende verenigingen die het volgnummer ervan beheren.
Varkens moeten ten laatste bij het spenen gemerkt worden op het bedrijf van geboorte.
Wanneer varkens tussen bedrijven worden verplaatst, moeten ze steeds gemerkt zijn met het oormerk van het afvoerende bedrijf en dit ten laatste op het moment van de afvoer.
Slachtvarkens kunnen voortaan bij afvoer naar keuze gemerkt worden met een klophamerstempel of met een (slacht)oormerk. Wanneer deze slachtvarkens naar het buitenland gaan of via een verzamelcentrum passeren, is een slachtoormerk echter altijd verplicht.
Er wordt een nieuw model van bedrijfsregister ingevoerd, dat voortaan voor het hele land hetzelfde is. Dit register moet niet langer voor visum aan de gemeente worden voorgelegd. Het mag ook op geïnformatiseerde wijze bijgehouden worden.
Ook het model van verplaatsingsdocument (laad- en losbon) is nu in het besluit opgenomen. Dit document is immers de basis voor de traceerbaarheid van de varkens. Het gebruik ervan blijft ongewijzigd. Elk transport van varkens moet vergezeld zijn van een verplaatsingsdocument. De gegevens op dit document moeten door de vervoerder binnen de 7 dagen na het transport in SANITEL worden ingevoerd. Elke partij bewaart zijn kopie van het document gedurende 5 jaar.
Het nieuwe besluit voert ook een nieuw retributiesysteem in. Vroeger werden de kosten van heel het identificatie- en registratiesysteem enkel verhaald op de kwekers. Nu worden de kosten verdeeld over de volledige sector, dus zowel kwekers als mesters. De berekening van de retributie gebeurt voortaan op basis van de capaciteit per beslag en niet langer op basis van de verkoop van oormerken. Bovendien besparen de varkenshouders samen jaarlijks zo’n 400.000 euro aan retributie met dit nieuwe systeem.
Ten slotte zal ook iedereen die gezelschapsvarkens houdt zich verplicht moeten registreren als varkenshouder. Voor hen zijn er geen andere administratieve of sanitaire verplichtingen.