De regering-Michel heeft op 27 november 2014 de programmawet goedgekeurd. Daarmee werd de, sinds het aanslagjaar 2008 van toepassing zijnde, defiscalisering van de Europese directe steun en de steun aan investeringen officieel bestendigd.
De fiscale gunstmaatregelen voor VLIF- en GLB-toelagen die sinds 2008 van kracht waren maar jaar na jaar moesten verlengd worden, zullen nu een permanent karakter krijgen. Dit was al opgenomen in het federaal regeerakkoord maar moest nog worden uitgevoerd via een wetswijziging. De eerste belangrijke stap daartoe is nu gezet met de goedkeuring van de programmawet. Deze programmawet bevat een belangrijke bepaling voor land- en tuinbouw, met name een verdere defiscalisering van de steun voor investeringen en de rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). De teksten die werden goedgekeurd hebben tot gevolg dat deze maatregelen nu structureel worden.
In de praktijk geldt volgende regel vanaf 1 januari 2015:
-
Directe steun: deze steun, die momenteel bestaat uit de zoogkoeienpremie en de eenmalige premie of het betalingsrecht, zal een belastingverlaging blijven genieten die het belastingtarief verlaagt van 16,5 naar 12,5 procent.
-
Vestigings- en investeringssteun (VLIF): deze steun zal een totale belastingvrijstelling blijven genieten voor natuurlijke personen. Het belastingtarief van 16,5% procent blijft met andere woorden herleid naar 0 procent in het gewone stelsel.
Concreet betekent de defiscalisering op jaarbasis om en bij de 20 miljoen euro die niet wegvloeit uit de landbouwsector. De landbouworganisaties reageerden dan ook tevreden.